Niet veel te leeren ? Ja, want ze waren nog maar pas klaar met bidden, toen er op de deur werd geklopt.

Ze stonden allemaal netjes op, want ’t was ’n priester.

„Nu moet je ’ns raden, wie ik ben,” zei hij.

Niemand probeerde het.

„Toe,” zei hij, „ik zal je ’ns helpen. Ik krijg van jullie allemaal, elk jaar, ’n paar centen.”

Ze begonnen allen te lachen : Elk jaar ’n paar centen, hoe kon dat nou ?

„Wel,” zei de priester, „ik ben de Directeur van de H. Kindsheid. Al die centjes, die jullie aan de missie geeft, daar moet ik hier in Engeland voor zorgen.”

Toen begon hij te vertellen. Hij vertelde van zwarte, bruine en gele kindjes, die allemaal O. L. Heer niet kenden. Ook van de missionarissen, die de kindjes doopten en klaar voor de hemel maakten.

„Ja,” zei hij, „jullie denken misschien, wat zullen die men«

Par. V. d. H. Eli.sabeth, Mathenesserlaan. Rotterdam