Hij praatte honderd uit. Eerst kreeg ik een heel relaas te hooren over zijn ziekte, over vrouw en kinderen. Wettig getrouwd ? vroeg ik – Ja, bij den pastoor te Makasser Hier viel de vrouw mij in de rede: Toewan ik ben met aschen te Postah bij Ute biechten geweest Zoo en je man ook i Neen, die is al in geen vijf jaar meer geweest. Ho maar, dan wordt het tijd.” – De kerel was bereiden WIJ spraken af dat ik s’middags tegen een uur of vijf zou terugkomen om biecht te hooren; hij had dan tijd om zich goed voor te bereiden. De man sprak oprecht zijn biecht en het speet mij dat,ik hem niet de H. Communie kon geven.

aarna nam ik afscheid van mijn christenen, want reeds en volgenden morgen vroeg zou ik vertrekken. Bij aankomst Lewoleba had ik mijn prauw huiswaarts gestuurd, aangezien Ik het voorstel van kapitein Koch had aangenomen die mij met zijn motorboot naar Larantoeka zou brengen. Den volgenden morgen om 6 uur stapten wij in het bootje, dat ons in uur op onze bestemming te Larantoeka bracht. Was 1 rie agen de gast van kap. Koch geweest, blijde was ik hem thans aan onze tafel te kunnen noodigen.

Ik was 20 dagen uitgeweest, had met plezier gewerkt maar was toch weer blij in de communauteit terug te zijn’ waar veie werkzaamheden mij wachtten. ' ’

JOS. HOEBERECHTS.