de jongens vroegen met een angstig gelaat, om verder door te rijden; want hier waren zij bang voor de geesten van de vermoorden, die, zoo zeiden zij, hier rondzweefden en zich zouden wreken op de levenden. Om hen gerust te stellen, reden wij verder, geheel onder den indruk van het griezelige schouwspel van zoo even.

Om op onze eerste reis terug te komen: toen wij dan een uurtje geloopen en over steenen geklauterd hadden, stegen we te paard en moesten de rivieren over, die in dit jaargetij weinig diepgang hebben. Een half uur vóór Lahoeroes begon het zwaar te regenen; alles werd doornat; doch, zoo dachten de reizigers, weldra zijn we in Lahoeroes onder dak en kunnen dan van kleêren verwisselen. Maar jawel, bij onze voorloopige woning aangekomen, wachtte ons een nieuwe teleurstelling. Zij was nog niet gedekt. AVel waren er ongeveer 50 menschen bezig met dekken, maar waar moesten wij voorloopig blijven, waar overnachten, waar van kleeren verwisselen, waar de goederen bergen? Gelukkig was er in de nabijheid een tuinhuisje, waar eenige opperhoofden van Fialaran vergaderd waren en dezen boden ons dat huisje aan om er den nacht in door te brengen; dan zouden wij den volgenden morgen het huisje kunnen betrekken, want de menschen zouden den geheelen nacht doorwerken, om het den volgenden morgen klaar te hebben. Na een slapeloozen nacht werd het nieuwe woonhuis door ons betrokken.

Laat ik u eerst dit paleis beschrijven. Het was tien meter lang en vijf meter breed; over de lengte in tweeën verdeeld door een schot van bamboelatten; het eene gedeelte, tien meter lang en 2.50 meter breed, zou dienst doen voor kerk; het andere werd weder overdwars door een schot in twee deelen gescheiden; dit waren dus twee vertrekken, ieder vijf bij twee en een halven meter. Het eene diende voor slaapplaats en het andere voor eet- en zitkamer. Vóór het huis een warande over de geheele breedte, dus vijf meter, bij een breedte van twee meter. Deze diende voor zitplaats in de vrije uren, en ook voor ontvangst en receptie. U ziet, er ontbrak weinig aan het paleis, maar alles was in miniatuur.