De zaadpadi wordt tonoh woedjo genaamd en moet alweer met de noodige geschenken gewonnen worden. De naaste bloedverwante van den tuinman staat voor de padi, die op den steen is geplaatst. In haar handen houdt zij de geschenken nl. 1 of 2 katipa (een lang stuk fijn doorschijnend goed van 6 tot 12 meter lang en een meter breed), die altijd bij de bergmenschen aanwezig zijn, wijl zij als bruidschat worden meegegeven. Verder heeft zij nog een kleinen olifantstand en een of twee sarongs (geweven rokken). Nadat de man wederom met de noodige omhaal van woorden zijn geschenken aan de' zaadpadi heeft aangeboden, legt de vrouw hare gaven plechtstatig aan diens voeten neder. Nog mag er niet gezaaid worden. In den grond kunnen allerlei ziekten schuilen; die moeten er eerst uitgedreven worden. Zij zeggendat de grond nog warm is, die moet koud gemaakt worden. Daarvoor wordt een jonge klappervrucht geopend en het water rondom de tonoh woedjo met zijn gèschenken uitgegoten. Thans neemt bovengenoemde vrouw een weinig zaadpadi in een niroè (groot diep bord met randen vervaardigd van bamboe of lontarbladeren) en begint daarmee te schudden. De beweging heeft veel weg van die van een die een huilend kind in haar armen tracht te sussen. Dat schudden heeft een dubbele beteekenis. Vooreerst mag de padi niet lui zijn en moet evenals zij in de niroe opspringt, zoo ook uit den grond ten leven opspringen; vervolgens is de hoop uitgedrukt, dat evenals de padi in de niroe niet opgaat, zoo ook de padi ondanks het planten niet geheel en al uit den zak zal verdwijnen. De vrouw moet met het schudden bezig blijven, totdat de zak meer dan de helft geledigd is. Daarvoor zorgen nu vlugge handen, die het zaad bij kleine hoeveelheden er uit halen. Allen zijn ijverig in de weer. Eenigen maken gaatjes in den grond, terwijl de anderen het zaad daarin uitstrooien. Is de eerste zak ledig, dan wordt zonder formulier een tweede zak Qp den steen geplaatst. Tot besluit van die eerste plechtigheid wordt een bosje stoppels vanj de te planten padi aan den stok voor den steen gebonden ten teeken dat de padi niet mag omvallen maar recht moet blijven oip goed