ouders is geenszins steun te verwachten; de kamponghoofden, ook allen nog heiden, geven wel eens een stootje als de Radja hen aanspoort, maar daarbij blijft het ook: zij laten den Pastoor den wagen maar voorttrekken. Daarom moeten hier geschikte oud-scholieren uitgekozen worden, die in hunne kampongs den Pastoor willen en kunnen helpen; doch die zijn hier nog schaarsch en stellen den Pastoor flinke eischen voor hun hulp.

En konden nu de nog betrekkelijk weinig ijverige christenen, die dagelijks in de kerk komen leeren, flinke vorderingen maken! Doch zij begrijpen zóo bitter weinig van hetgeen hun geleerd wordt; al die zaken, die de kleine kinderen bij ons op den schoot hunner moeder of in de bewaarschool zoo gemakkelijk leeren, schijnen hier voor die half en heel volwassenen als mysteries. Hun geheugen valt nog al mede; spoedig kunnen zij de meeste zaken opdreunen, maar hun begrip is allerdroevigst.

Het klinkt hun alles zoo nieuw en vreemd, zoodat de meesten maar niet leeren, zeggend; „Pastoor, wij zijn te oud en te dom”; en velen, die wel begonnen zijn geven spoedig] den moed op. En hebben dan eindelijk zij, die van goeden wil zijn en de volharding er toe hebben, ’t zoover gebracht, dat de Pastoor hen toelaat tot de eerste H. Communie, dan verflauwt de ijver om door te leeren zoo spoedig; want de gedachte dat het Allerheiligste Sacrament een hulpmiddel is en niet zoozeer eene belooning, wil er maar niet in.

En wezenlijk, zij hebben zich heel veel offertjes moeten getroosten en veel geduld en volharding om het zoover te brengen. Daarénboven verbeelden zij zich al heel ijverige christenen te wezen; want zij zien en hooren zooveel aartsdomheid, bijgeloof en zedeloosheid in de kampong, van die heidenen en onverschilligen: wellicht zelfs spotternij met de leer van den Pastoor.

Daarom dank de leiding der Voorzienigheid, die zich bediend heeft van den krachtigen arm van het Gouvernement, dat in de laatste jaren groote scholen met verplicht onderwijs heeft opgericht in de allervoornaamste kampongs. Zoo staat hier in fW:a sedert ruim een jaar een groot en frisch lokaal met cementen vloer en hoog strooien dak, alwaar dagelijks 90