omtrent niets. Het ligt dus voor de hand, dat wij, die hierover anders denken, het initiatief in dezen van het moederland willen zien uitgaan. Het is mijne oprechte overtuiging, dat Nederland zijn plicht in de pestbestrijding niet ten volle zal hebben vervuld, wanneer niet het vraagstuk der vaccinatie opnieuw krachtig wordt aangevat, èn door laboratorium-onderzoek èn door toepassing in de praktijk. Ik weet ook, dat ik met deze meening onder de deskundigen daar te lande niet alleen sta.

Al moge ik nu, als hygiënist, bij de bestrijding van epidemische ziekten bij voorkeur het zwaartepunt leggen op prophylaktische maatregelen, toch is de therapeut in mij allerminst verstikt. En zoo kan ik mij noode erbij neerleggen, dat men zich op Java, ook op dit gebied, volkomen «nihilist» toont. Daarom nog een enkel woord over het pestserum, de bloedwel van paarden, die geruimen tijd met pestvaccins zijn geïmmuniseerd.

Wanneer men de toepassing op een 14-tal lijders door Dr. Deutmann, in Karangloo te velde, onder uiterst ongunstige omstandigheden en met onvoldoende hulpmiddelen, uitzondert (en niemand zal dit als een proef willen beschouwen), dan is het pestserum op Java nog niet beproefd. Zeker; de meeningen over de waarde van dit middel zijn mij bekend, en er zijn meer sceptici dan enthusiasten. Wanneer echter tegenover de krachtigste veroordeelingen ook aanbevelingen staan van ernstige mannen, gesteund door eigen en anderer ervaring, gelijk deze: «La sérothérapie de la peste donne, a l’heure actuelle, les preuves les plus nettes de son efficacité,» d. i. «De genezing van pest door toepassing van serum geeft op dit oogenblik de meest afdoende bewijzen van haar werkkracht», onder voorwaarde n.l. dat men, van het begin van de ziekte af, groote doses direct in de aderen spuit, dan moge het waar zijn dat het zaakje nog nie beslist is door den rechter; «adhuc sub judice lis est»; aan ons de plicht mede te werken aan de uitspraak. En dat vermogen wij slechts door het nemen van een ernstige proef. Zoolang er, zij ’t slechts voor een gering percentage der anders ten doode gedoemde zieken, kans op genezing bestaat, mogen wij het middel daartoe den Javaan niet onthouden.