XVII.

Een nieuwe Missiepost in ’t verschiet.

Door Pastoor F. A. WINTJES.

111. Banggaai en de Banggaai-Archipel

Waar ligt Banggaai en de Banggaai-Archipel? Alle joden! daar gaat me Pastoor Wintjes op zijn ouden dag nog een lesje uitdeelen in de aardrijkskunde. Neen, waarde lezeressen en lezers, nogmaals neen; en het spijt me wel, dat U mij voor zóó aanmatigend houdt. Ik wilde U alleen maar een raadseltje opgeven. Derhalve wie het weet mag het zeggen, en sla dit verdere geschrijf gerust over. Ruim een jaar geleden wist ondergeteekende nog niet waar het lag. Thans ben ik er eenige keeren geweest, en heb ik in de <nßerichten» een reisbeschrijving gegeven langs de Oostkust van Celebes, van Macassar tot Banggaai toe. Dat alles was nieuw; want die route is nog nooit te boek gesteld. Alle vroegere regeeringsreizigers tot Padtbrugge (16 Augustus 23 December 1677) toe, gingen langs de Westkust van Celebes tot midden Celebes, of tot Menado. Van daar naar Sangir- én Talaut-eilanden; van daar naar Gorontalo in de Tominibocht, en dan verder Oostwaarts naar Ternate. Andere regeerings-ambtenaren en reizigers trokken de Boni-golf in en weer terug naar Macassar. Weer anderen zeilden van Macassar naar Saleier en Boeton, en dan verder Oostwaarts naar Ambon en Nieuw-Guinea. Doch de Oostkust liet men in ruste, ’t Had misschien zijn reden; wijl de Molukken-Zee aldaar zeer gevaarlijk is; onbekend vaarwater ook nu nog voor een groot gedeelte; nog niet op kaart gebracht, nog niet bepeild. Daarbij vele ondiepten en koraalriffen; de kust rotsachtig, niets anders dan kreken en inhammen; altemaal zaken, die niet veel tot de veiligheid bijdragen. Bovendien