een moeder zich doet werpen in opstijgende vlammen, die haar een grimmigen tijger doet aanvallen, alleen om haar kind te redden, bezielde ook deze tengere vrouw. Maar grooter zielskracht en zelfbedwang, smartelijker pijniging werd van haar geëischt, omdat alle onversaagdheid hier tot*werkeloos, roerloos wachten was gedoemd, ’t Minste gerucht, de zwakste kreet kon de slang verschrikken. «Ik weet niet, of ik gebeden heb,» vertelde ze later-, «ik had een gevoel van ijzige koude over ’t heele lichaam en tegelijk van brandenden gloed in ’t hoofd. Maar dat herinnerde ik me pas later. Want toen had ik alle denkkracht, alle bewustzijn van tijd en plaats verloren; ik zag niets dan dat schrikkelijk tooneel in ’t kinderbedje. Ik weet alleen, dat ik de handen vouwde, maar mijn tot waanzinnigheid toe gemarteld brein kon gèen woord vormen, mijn bevende lippen geen klank uitbrengen». Hoe lang ze zoo gestaan heeft, ze wist ’t niet te zeggen. Maar God weet, dat er oogenblikken zijn, waarop de ziel bidt, welke ook de houding van ’t lichaam zij. Hij, de alwetende, almachtige Vader, zag medelijdend op de gefolterde moeder neer. De slang schéén verzadigd, behoedzaam, zonder ’t jong.ske te raken, kroop ze weg. De moeder verroerde zich nog niet, ze liet’t ondier ongehinderd langs ’t witte laken gaan, langs de pijlers van ’t ledikantje, langs den steenen vloer en verdwijnen door een opening in den muur. Toen pas vloog ze met een kreet van verrukking naar ’t bedje, nam ’t kindje in' haar armen en onderzocht ieder plekje van de teere huid om zich te overtuigen, dat er geen wondje te zien was ; nu pas kon ze bidden en danken met een overvol gemoed.

Dienzelfden avond kwam de vader thuis. Hij was verwonderd zijn vrouwtje niet in de voorgalerij te vinden, ongeduldig op hem wachtende. Vreezende dat haar of hun jongen iets overkomen was, ging hij rechtstreeks naar de slaapkamer. In de duisternis zag hij op de sofa zijn vrouw zitten, met ’t kind krampachtig tegen haar borst gedrukt. «Anna», riep hij ontzet, «Anna, wat is er ?» Geen antwoord.

Snel stak hij de lamp aan en keek vol ontzetting naar zijn vrouw. Ze was geheel grijs geworden ! Met starenden blik op