hopen tenminste met de boot, die dit schrijven zal meenemen, twee missionarissen te krijgen, die eindelijk de overname der Missie ernstig kunnen voorbereiden om na den Europeeschen oorlog aan het reeds zoo dikwijls geuitte verlangen der heidensche bevolking te kunnen voldoen en het Christelijk onderricht dier talrijke stammen ter hand te nemen.

Ondertusschen heb ik mijn parochie, geholpen door de aalmoezen mijner weldoeners en de werkkracht der heidensche bevolking zelf, reeds een bedehuisje kunnen oprichtén te Pantai-Bama, Wolo, Wairoengoen, Lemika, Nobo, Noerabelin, Hewa, Doeang, Boroe, tezamen dus 9 kathedralen, die reeds opgericht zijn, terwijl er nog één in aanbouw is en nog eenige wier toekomst op het program staat, zoodra er eenige pastoors hier al die toekomstmuziek komen uitvoeren.

Meent nu echter niet, dal dit allemaal kathedralen van ƒ 500 per stuk zijn. Met de aalmoezen, die mij gewerden, heb ik de menschen kunnen helpen aan een paar timmerlieden en metselaars om onder hun leiding zelf hun bedehuis te bouwen; dan help ik hen nog aan een deur, een paar planken en een kruis om het front af te werken en klaar is Kees! Bijgaande foto van het kerkje té Nobo kan u van de waarheid overtuigen. Ja zelfs nog meer; Nobo en Noerabelin, die vóór den oorlog zijn opgericht, kregen van mij gegalvaniseerd ijzeren platen om als bewanding te dienen. De overigen hebben zich van deze weelde moeten spenen en hebben een bewanding van gevlochten bamboes. En van binnen?....

Het altaar is een houten tafel met een kaarsenbankje en houten kastje als quasi-Tabernakel; een communiebank, in elkaar geknutseld van de pooten van eenige afgedankte schoolbanken ; en dat alles bedekt en gesierd met het allernoodzakelijkste altaar- en communiebankbekleedsel, plus een stel kleine, uit hout gedraaide kandelaartjes en twee gemaakte bloemetjes, waarmede de Eerw. Zusters mij voor ieder van mijn kathedralen verrasten, ziedaar het afbeeldsel, dat foto No. 3 u schaft.

«A la guerre, comme a la guerre», zegt de Franschman, en als je dus van wege den oorlogstijd geen aalmoezen genoeg