te worden. Onder de Scheppingen der Ordestichters is die van den groeten Spanjaard wel het meest aan het practische leven met zijne oneindige verscheidenheid van behoeften en vraagstukken aangepast; ze is als geen andere toegerust, de leiding op zich te nemen van geesten en harten op het gebied van inwendig-, gezins- en maatschappelijk leven; als ander weet zij de dissonanten, die schrijnend opklinken uit de botsing tusschen de waarheid en wat als wijsheid en wetenschap gelden moet, tot eene ziele-ontspannende oplossing te brengen.

Uit het Ideaal, door Ignatius in zijne stichting neergelegd, is door den arbeid zijner groote Zonen méér dan een subliem bouwwerk, er is daaruit een wereldstad opgebloeid. In het middelpunt staat er, luisterrijk, de Kathedraal, glanzend in het zonnelicht, den omtrek wijd beheerschend, omhoog rijzend boven de crypt van afzondering, gebed en overweging; daaromheen groepeeren zich de ernstig-starende gebouwen, waarin de gewijde en niet minder de profane wetenschap eene beoefening vindt, die zelfs den tegenstander bewondering afdwingt; daar staan de scholen, waarin de teere, voor goed en kwaad ontvankelijke kinderziel met geduld naar het voorbeeld van den Meester wordt gemodelleerd; in de schaduw der klokketorens bloeien de instituten, die de maatschappelijke tegenstellingen trachten te verzachten, die de extremen willen verzoenen, die leven uit het bewustzijn, dat wie méér heeft naar geest, hart en stoffelijk goed, zijn rijkdom slechts ontving ten bate van zijn minder gezegenden broeder.

Die stad nu zijt Gij, Hooggeachte Jubilaris, op den dag, dien wij heden herdenken, met heilige bezielingen als arbeider binnengegaan; 25 jaren was het deze week geleden, dat Gij het groote besluit naamt, U voor het leven te scharen onder de volgelingen van Sint Ignatius. Maar méér is mij opgelegd, dan te herdenken een act van idealisme, eens gesteld. Ik heb U er mee geluk te wenschen, dat U door Gods. genade de kracht ten deel viel, het eens gekozen ideaal getrouw te blijven; dat U gegeven werd Uw groote gaven naar geest en hart door ingespannen arbeid tot steeds vruchtbaarder ontplooiing te mogen brengen, dat U was weggelegd, ernstige moeilijkheden en teleurstellingen ten spijt, met onverzwakte toewijding de taak te blijven vervullen, eens met zooveel edelmoedigheid op U genomen.