Ik begreep toen niet, dat om me eens familiair uit te drukken O. L. Heer er „achter” zat; want toen was er nog geen sprake van het oprichten eener nieuwe kerk.

Toen nu de Zusters later vernamen, dat er voor de Javanen een kerklokaal zou worden ingericht, waren ze zoo edelmoedig het mooie altaar van hun kapel aan de Javaansche kerk cadeau te doen.

Een handige Chineesche timmerman maakte onderïusschen het nieuwe altaar; en juist had dit één dag zijn atelier verlaten, of het geheele huis van den Chinees met al zijn inhoud brandde tot den grond toe af; het altaar was nog juist bij tijds klaar gekomen. Dit geschiedde ongeveer 14 dagen vóór Kerstmis. Was het altaar ook afgebrand, dan zou er van het openen der kerk op Kerstmis waarschijnlijk niets gekomen zijn.

Van verschillende kloosters en pastorieën van Java werden ons vervolgens miskleeren en misbenoodigdheden toegestuurd. Zoo zonden de Eerw. Zusters van Noordwijk (Weltevreden) een volledig , stel miskleeren in de verschillende kleuren, alsmede andere voorwerpen.

Den 25sten December was alles klaar; gelukkig was het niet noodig kerkbanken aan te schaffen, daar de vloer van de kerk alleen met matten bedekt behoefde te worden, waarop de Javanen volgens hun wijze van doen kunnen „sila” dat is met de beenen over of onder elkaar zitten. Zóó wordt er natuurlijk veel plaats gewonnen ....

Pastoor V. Driessche, de „Pastoor der Javanen” las op Kerstmorgen zijn 3 heilige Missen in de nieuwe kerk en wijdde ze daardoor in. Een 250 tal Javanen, meestal nog niet gedoopte Javaansche kindertjes waren aanwezig.

Eenige dagen te voren had men aan die kinderen eenige Javaansche kerstliedjes geleerd, d. w. z. onze Holl. kerstliedjes, zooals „De Herderkens lagen bij nachte” en „Stille nacht” waren in het Javaansch vertaald en werden nu volgens de Europeesche melodieën gezongen.

Met veel devotie —■ ofschoon soms een beetje valsch werden die liedjes onder de H. Mis gezongen. De kinderen voelden zich heelemaal thuis in „hun” kerk.

’t Was gelukkig, dat er een tweede kerk stond, want de parochiekerk zou veel te klein geweest zijn om aan de katholieken, die op dien dag eens goed „opgekomen” waren, plaats te geven!