lijke genade,' omgeschapen te worden tot vurige katholieken, die als gediplomeerd onderwijzer, in de mohammedaansche dessa’s het geloof eenmaal zullen doen ontwaken.

In het jaar 1914 nu, schreef Pastoor Groenewegen, die reeds jaren aan de school verbonden is, iets over de vacantie dezer Javanen. Hij wees op de omgeving waarin de jongelui gedurende eenige weken terugkeerden en eveneens ook op de omgeving dergenen, die na gunstig afgelegd examen, een onderwijzersplaats krijgen in mohammedaansche dessa’s. „Zij verkeeren dan”, zoo schrijft F. Groenewegen {Berichten 1914, blz. 51. v.v.) „zoo goed als altijd in een mohammedaansche „omgeving, vol ongeloof en zedenbederf, terwijl de Europeanen, ~met wie ze in aanraking komen, ook veel meer spot en „minachting voor den Katholieken godsdienst over hebben dan ~waardeering en liefde. Men moet er zich over verwonderen, ~dat de jongens nog zoo goed blijven. Vooral als men bedenkt ~hoeveel jongelui in Holland in een veel minder gevaarlijke ~omgeving schipbreuk lijden. Is het wonder, dat onze jongens „met een zekere huivering dit huis verlaten om de heidensche ~wereld in te gaan? Maar ook, is het wonder dat wij alles in „het werk stellen om hen te sterken voor dien strijd en hun ~meegeven wat we kunnen ?... . Wij geven hun natuurlijk op ~de eerste plaats een goed kerkboek. Maar dan zouden wij „ook zoo graag hen nog willen voorzien van eenige goede „boeken, want iedereen ziet in, dat, wanneer ze nog bovendien „geheel en al verstoken moeten zijn van goede lectuur, de „gevaren nog veel grooter worden.”

Maar, zoo redeneerde F. Groenewegen verder, hier staan we nu voor een droevig tekort, een groot gebrek aan goede leesboeken zoowel voor onze oud-leerlingen als ' voor onze leerlingen die op vacantie gaan. „Deze laatsten komen zooals „gezegd, vijf, zes weken lang in een geheel ongeloovige om„geving met al de gevaren die daaraan verbonden zijn, vooral „als in hun woonplaats geen andere van onze leerlingen wonen „met wie ze zouden kunnen omgaan. Ledigheid kan dan zoo „licht voor hen ’s duivels oorkussen worden. Dinsdag vóór de „vacantie werd door velen, velen gevraagd een boek te mogen „meenemen, zoowel tot tijdpasseering en om zich wat te „oefenen in ’t Hollandsch lezen, als om meer en meer den ~godsdienst te leeren kennen. Wat ging het ons aan het hart