zoeker teweeg brengt; hier soberheid en eenvoud, zonder schoone vormen en lijnen, maar getuigende van een levensopvatting en een macht van binnen, die in staat is den mensch te verheffen en groot te maken.

Als we van het Chineesche kamp den grooten weg opgaan, die langs de gebouwen van het College voert,dan krijgen we reeds in de verte een geheel dakencomplex, in het oog, dat ons onmiddellijk zegt, dat daar het doel moet zijn van onzen tocht. We zijn reeds op de helling van den Merapi, niettegenstaande we nog een 7 a 8 uur klimmen van zijn top verwijderd zijn. Deze helling van het terrein is van verre reeds merkbaar, want hoewel de gebouwen alle even hoog zijn, is toch de eerste indruk, dien men krijgt, alsof de achterste gebouwen steeds hooger werden opgetrokken. Behalve het hoofdgebouw is alles slechts één verdieping hoog, van den grond tot de daknok 7 a 8 Meter. Hierbij is niet gerekend de steenen fundeering, die dikwijls reeds een hoogte heeft van 2 Meter, daar rekening moest gehouden worden met het klimmen van het terrein. De daken worden gedragen door Djatihouten balken, die een steenen inwanding hebben van één of een halven steen dikte. Hierop maken weer de kerk en het hoofdgebouw een uitzondering. Deze zijn hooger opgetrokken en hebben om het gevaar dat er is voor aardbeving een beton-fundeering en ijzeren geraamte.

We passeeren nu de weg waar de Inlandsche onderwijzers hunne woningen hebben, lieve huisjes, die met hunne witte muren en roode daken aardig afsteken tusschen den rijken Oosterschen plantengroei, overal weelderig ópschietende, waar ruimte tusschen de gebouwen is gelaten.

We gaan voorbij de klassen der Holl. Chin. School en der Normaalschool en komen aan een verbreeding van den weg, waar de geheel overdekte hoofdingang, met een zware poort afgesloten, ons brengt binnen het . terrein van het College. Linksche trappen leiden ons naar de kerk en wij staan een oogenblik verbaasd over het sierlijke front, dat daar eensklaps voor ons opstijgt. Jammer is het, dat dit geheel binnen de muren van het College ligt en voor de voorbijgangers op den weg verborgen blijft. Maar laten wij ons eerst aandienen bij den Directeur der Schoolvereeniging, Pastoor van Lith, die gaarne bereid zal zijn ons het een en ander over het tot stand komen zijner scholen te vertellen. Even zij hier orgemerkt.