En dat gebeurt dan met goedvinden, althans met toelalen, van de Overheid, terwijl de Inlander mag toekijken naar dit schitterend voorbeeld van den „beschaafden" Europeaan!

Dit jaar heeft men echter in Djokja nog mooier feest gevierd. Het was 50 jaar geleden, dat de Loge haar gezegend(!) werk in Djokja was begonnen. Zulk een heuglijke gebeurtenis kon niet beter dan op Goeden Vrijdag herdacht worden!

De Logebroeders waren van alle kanten van Java, zelfs van de buitenbezittingen, naar Djokja toegestroomd. Bij een inlandschen Vorst begon op Goeden Vrijdagavond te 10 uur een feestdiner van 200 couverts.

Den volgenden dag had er eene algemeene vergadering plaats, waar de Broederen de belangen der menschheid bespraken. Of dit bestaan heeft, gelijk eenige weken te voren was geschied, in het voeren van campagne tegen het plan van den Katholieken Socialen Bond om te Djokja een Ziekenhuis op te richten, bestuurd door Katholieke Liefdezusters, ofwel in het beramen van middelen, zooals verleden jaar te Solo, om den steeds toenemenden invloed der Katholieke Kerk in Midden-Java tegen te werken, wordt niet ge*iield Maar, foei! wat een gedachte! De Loge beoogt immers niets anders dan de opheffing, de veredeling van de menschheid!

Hoe dan ook, de Loge heeft op Goeden Vrijdag, van het jaar onzes Heeren 1920, feest gevierd! Satan mag tevreden zijn, en ... . heeft gaarne meegevierd!

Of noemt de Inlander zelf niet het gebouw van de Loge: „Rouma Setan", „het huis van Satan"? Dat is meer dan bekend.

De Inlander, het natuurkind, heeft zijn zwakheden, natuurlijk, en groote zwakheden; maar verfijndheden heeft hij gewoonlijk eerst onder de oogen gekregen, nadat hij van nabij met den blanke heeft kennis gemaakt.

Ons is bekend, hoe op zekeren dag in het binnenland een Controleur verscheen, om strafbepalingen af te kondigen tegen sommige zedelijke overtredingen. De Gouvernementsman meende het eerlijk en goed, maar toch, de missionaris was verplicht, op de meest hoffelijke wijze, den Heer Controleur te onderbreken en hem in het oor te fluisteren: „Voorzichtig, voorzichtig! Dit Europeesch kwaad kennen mijn Inlanders niet; maak hen in Gods naam niet wakker!"