Nu rest me nog een woord van dank aan de Lezers of Lezeressen van den St.-Claverbond, die ons Verblijd hebben met een gift voor het beeld van den H. Aloysius, voor het zilveren feest der Congregatie. Moge onze lieve H. Patroon U er voor zegenen, en hiermede nemen wij afscheid van de geachte leden van den St.-Claverbond, want eerlang behooren wij de Minahassa niet meer tot de missie der Paters Jezuïeten. Roma bitjara, habis perkara! zegt de inlander in haast woordelijke vertaling van het Roma locuta, causa finita, d. i. als Rome gesproken heeft, is de kwestie afgedaan. En dat zullen wij dan ook maar zeggen en voegen er bij „Fiat“, met een onderworpen hart.

Want met hoeveel leed wij de Paters Jezuïeten ook zien vertrekken, als het tot meerdere uitbreiding van het Rijk van onzen Qoddelijken Meester dient, dat er èn op Java èn hier meerderen hunne krachten aan de zielzorg kunnen wijden, dan past het ons, alleen nederig het hoofd te buigen, God te danken, en Zijn zegen af te smeeken, rijksten zegen over hen, die heengaan, wier aandenken nooit uit ons hart zal verdwijnen, en over degenen, die komen, de Paters van ’t H. Hart, opdat zij de Minahassa verder geleiden op den weg, waarop de Sociëteit van Jezus haar gebracht heeft, den weg naar het tijdelijk en eeuwig geluk, den weg naar de Heilige Roomsch Katholieke Kerk, ons aller Moeder!