ÉALLE VOLKERENJ

'fe/AT EN ONDERWUST :

EEN DOOP

DOOR BR. CONSTANTIUS B. D. O. O.

■et nieuws van de Amsterdamsclie Nlissle'-Actie bereikte ons in het verre Djokja eerst in het begin van December. Wij mochten ons hart warmen aan het enthousiasme der eens ook op Indië beluste stad; wij mochten haar historische baatzucht vergeten en haar nieuwe „Ama!” vernemen : wij mochten hooren van de duizenden die opgingen naar de plaatsen, waar de Roomschheid haar waarlijk-katholieken ijver uitstalde en waar stemmen klonken uit verre werelden om hulp en gebed, vooral om gebed. lets mochten we opvangen van t nieuwe ~God wil het! voor den kruistocht onzer dagen, ~Op. voor Christus en Zijn Rijk!” en of het een beschikking des hemels was: Lezer, wij woonden voor het eerst een doop bij! Zestien catechumenen traden binnen met de brandende lantaren van de hun pas-geworden geloofsgenade. Wij dachten aan de machtige kruistochten van vóór eeuwen; hoe de geestdrift de strijders dreef naar het heilige, maar ook moeilijk-genaakbare land; we hadden gelezen en beseften nu, dat er tranen opsprongen in de oogen, die Jeruzalem voor het eerst zagen en dat er tranen dropen op den ruwen krijgersbaard. Weet ge waar het enthousiasme van Clermont culmineerde? Niet in het majestueuze gebaar van den Paus, toen Wereldkoning! Niet in de straten der middeleeuwsche stad, als de bonte duizendtallen de borst hieven onder het opgehechte kruis en andere duizenden zich verlustigden in t kleurenen lichtspel van wapenrok en harnas I Neen I Maar als na afmat-