man, wiens naam voor tijdgenoot en nazaat in onuitwischbare herinnering zal blijven voortleven.

Hij. onze pastoor, onze vader en vriend, die altijd mèt ons was in de ure des gevaars, die immer daar te vinden was, waar zijn hulp, zijn troostend woord, zijn zelfopofferende naastenliefde ons, militairen van het Indische Leger, tot een zegen was hij is ook thans in ons midden ook nu, terwijl we een strijd voeren, niet tegen een Inlandschen vijand, maar een strijd om datgene te veroveren, waarop wij een rechtmatige aanspraak meenen te mogen maken Gelijkstelling,

Wie onzer kent niet pastoor Verbraak? Wie onzer zou niet weten wat die naam te bedüiden heeft? die ons kunnen rekenen als te hebben behoord tot de ~Oude Garde , tot het Indische Leger in tijden van roem en eer, wij weten en voelen diep in ons gemoed de vereering voor den grooten menschenvriend, wiens beeltenis voor ons geestesoog toovert tafereelen uit een kort, doch veelbewogen stuk leven, dat voor ons tot het verleden behoort.

Laten we nog eenmaal dien tijd van „storm en drang doen herleven, laat de herinnering aan wat achter ons ligt voor een wijle tot ons spreken en lezen we wat P. H. R. Beuming, oudonderofficier van het Ned.-Indische Leger van hem vertelt in zijn „Schetsen uit den strijd op Groot-Atjeh .

Pastoor Verbraak bezocht alle vaste bezettingen op Atjeh om beurten, teneinde de Roomsch-Katholieke militairen in de gelegenheid te stellen, hun godsdienstplichten te onderhouden. Wegens de groote afstanden der overzeesche bezettingen en de vele bentings der geconcentreerde linie, had de volijverige pastoor een zeer uitgebreid gebied te doorreizen en verliep er een geruime tijd tusschen de verschillende bezoeken.

Geen wonder dus, dat men verheugd was den beminden pastoor weder te zien. Het bentingleven was toenmaals zoo ontzettend eentonig, dat men achter die ijzerhouten blindeeringen kinderlijk blij kon zijn, als men weer eens iets van de buitenwereld vernam.

Met vreugde werd dan ook vernomen, dat pastoor Verbraak op reis naar Edi was.

Nauwelijks was de aankomst van het Gouvernementsstoom-