der fabriek, te Djokjakarta blijven wonen, kan men ze gemakkelijk volgen en op den goeden weg verder voorthelpen.

Vervolgens krijgen meisjes en jongens der fabriek, die nog niet kunnen lezen of schrijven, gemakkelijke gelegenheid om dit te leeren. Ook wordt aan de meisjes nog gelegenheid geboden om te leeren naaien; terwijl ze ook eenig onderricht ontvangen omtrent hygiëne, kinderverzorging enz. Dit laatste is vooral te danken aan het initiatief van de Melania-stichting, die hier eene flinke actie is begonnen.

Tenslotte leeren de inlanders hier handenarbeid waardeeren. Bij vele Javanen bestaat, helaas, nog een groote minachting voor handenarbeid, dien men vernederend en verlagend vindt. Onder den invloed van het christendom verdwijnt die minachting langzamerhand.

Zooals U ziet wordt er dus door deze fabriek onder alle opzichten prachtig werk verricht, zoowel geestelijk als maatschappelijk! Mogen de ondernemende firmanten, die met zoo groot risico deze industrie in Indië begonnen, ook in andere takken van nijverheid, vele navolgers vinden; namelijk R. K. werkgevers, die op dezelfde wijze als zij het geestelijke en het stoffelijke belang hunner arbeiders behartigend, een nieuwe industrie op Java komen vestigen.

Een der firmanten, de Heer Eug. Mignot, die ongeveer 7 maanden te Djokjakarta verbleef en alles met eigen oogen gade sloeg, was uiterst tevreden over zijn Javaansch werkvolk en vond hen ideale arbeiders!

Dat de fabriek „Negresco” steeds meer en meer in bloei toeneme tot heil der Javaansche maatschappij en tot uitbreiding van het Christus-Rijk ook onder de Javanen 1