WAAROM VOLGENS DE JAVANEN NA EEN MAANSVERDUISTERING DE MAAN WEER HEEL WORDT

DOOR G. VRIENS S.J.

■oen wij eens op een rustigen, echt Indischen avond genoegelijk bijeen zaten en elkaar de bevindingen van den afgeloopen dag verhaalden, werd onze aandacht getrokken door eenige jongens, die eerst op het terrein naast de pastorie aan het spelen waren geweest, maar plotseling hun spel staakten en druk redeneerend naar den hemel stonden te wijzen. Heel hun wijze van doen en ook de pogingen, die zij in het werk stelden, om de aandacht van anderen te trekken, verrieden, dat zij iets zagen, dat wel als buitengewoon gold. Spoedig vonden wij de oplossing van het geval, toen wij zagen, dat zich op de helder blinkende maan een donkere schaduw begon af te teekenen; ’t was maansverduistering. Waarschijnlijk zou het geheele geval wel in het vergeetboekje zijn geraakt, als zich, zooals bij de meeste natuurverschijnselen in Indië, nog niet een ander gevolg had getoond. Het duurde n.l. niet lang of de maansverduistering deed zich 00k... hooren!

Het geluid, waarmede in Indië een maansverduistering gepaard gaat, is een eentonig, vrij regelmatig getrommel, dat ontstaat doordat de Inlanders met stokken slaan op het holle, houten rijststampblok, de z.g. lësoeng. Dit gebruik steunt op de volgende Javaansche legende:

In den oertijd leefde er op Java een reus, Batara kala, bij-