ONZE PATROON EN ONZE PLICHT

DOOR PROF. DR. W. MULDER S.J.

■en zegt, dat de ondergang der Karthagers moet worden toegeschreven aan de hardvochtigheid, waarmede zij de door hen onderworpen volken beheerschten; aan hun winstzucht, die hen telkens naar rijker koloniën deed uitzien, zonder zich eerst op Afrika’s noordkust voldoende vast te hebben gezet: aan hun wulpschheid, waardoor zij de eigenlijke beschaving misten en de onbesnedenheid hunner harten slechts door een uiterlijke tucht, bestaanbaar naast prachtlievende weelde, aan de aandacht wisten te onttrekken. De Romeinen waren anders: die kenden zelfbeheersching, ook ten opzichte van onderworpen volken; die streden zelf en hoefden niet op legers van slaven te steunen; die veroverden eerst heel Italië, voor zij zich met de Karthagers maten om de heerschappij over de Middellandsche Zee.

Achttien eeuwen na den ondergang van het oude Karthago bloeide er een Nieuw-Karthago aan de kusten van die andere middellandsche zee, die Noord- van Zuid-Amerika scheidt. Ook in dat rijk, waar de Spaansche vlag woei, heerschte hardvochtigheid, waarmede de slaven, uit Afrika overgebracht, werden behandeld; heerschte geldzucht, die naar altijd meer verovering deed hunkeren; heerschte genotzucht, die egoïsten kweekt. Ook dat nieuwe Karthago, Carthagena geheeten, was voorbestemd, om ten onder te gaan. Maar niet, dan nadat er een man was opgestaan, die de overheerschende Spanjaarden