zij 8 millioen Wit-Russen, die thans grootendeels weer deel uitmaken van Polen, onder bloedige vervolging tot aanvaarding van het schisma. In 1905 echter, toen de Czaar door omstandigheden werd genoodzaakt meer vrijheid van godsdienst toe te staan, keerden er aanstonds een half millioen tot de eenheid met Rome terug.

Dat was te erg! Reeds in 1907 werd het edict weer ingetrokken en de ellendige toestand van vervolging en achterstelling begon opnieuw voor de Katholieken.

De ineenstorting van het oude Czarenrijk in 1917 werd door velen, ook te Rome, als een zegen opgevat voor de Katholieke Kerk: overal werden bekeeringen gemaakt; heele parochies keerden terug tot Rome; de Paus beraamde plannen om nieuwe missionarissen te zenden, die met groote energie aan het werk zouden gaan: de Sovjetafgezanten zelf hielden tijdens de Conferentie te Genua niet op met beweren, dat hun grondwet ook voor de Katholieken volledige vrijheid van godsdienst waarborgde.

Doch de werkelijkheid bracht spoedig bittere ontgoocheling: nadat de Bolschewieken zich in hun nieuwe positie georganiseerd hadden, werd het hun duidelijk, dat iedere godsdienst een sterke belemmering was voor de vruchtbare verspreiding van de ongodistische, communistische idee. Nu begon de vervolging, die alle godsdiensten omvatte en die, zoo zij was uitgevoerd, gelijk zij bedoeld was, thans maar weinig geloovigen zou hebben overgelaten.

Waarin bestaat deze geloofsvervolging?

Na vele maatregelen tegen afzonderlijke personen, kondigde de regeering op het einde van 1921 o.a. het volgende af:

1. Het publiek uitoefenen van den godsdienst is een contrarevolutionaire daad.

2. Alle Kerken zijn Staatsgoederen. Ze moeten voortaan gebruikt worden voor onderwijs, concerten, tooneel- en bioscoopvoorstellingen, bals, meetings en vergaderingen. Het gebruik voor den godsdienst is alleen dan toe te staan, als 20 leden der Kerk schriftelijk garandeeren, dat tijdens den dienst de getrouwheid aan de Sovjetwet zal verzekerd worden.

3. De Katholieke priesters verliezen hun inkomen en mogen geen kerkhoven meer beheeren.