4. Zij die voor priester willen opgeleid worden, moeten ouder zijn dan 18 jaar en mogen geen geregelden cursus volgen.

5. Alle preeken worden onderworpen aan de Sovjetcensuur.

6. Alle godsdienstonderricht aan kinderen onder de 18 jaar, publiek of particulier, is op strenge straffen verboden.

7. Den onderwijzers in de scholen is streng verboden, ook maar eenige uitleg van den godsdienst te geven; slechts mogen zij er over spreken, om de dwaasheid ervan aan te toonen.

8. Het is verboden, iemand te doopen onder de 18 jaar.

9- Het is verboden, te huwen voor de Kerk zonder bijzondere toestemming van de Sovjets.

In Maart 1922 kwamen daar nog volgende dwangmaatregelen bij: de Katholieke Kerken worden belast voor 30 millioen gouden roebels.

Alle kerkelijke schatten moeten in beslag genomen worden, z.g. tot leeniging van den hongersnood.

Bovendien werden zij, die hun handteekeningen gezet hadden voor de garantie, als verdachten of gijzelaars gearresteerd of veroordeeld; dit hielden de Sovjets zoolang vol, tot er geen 20 handteekeningen meer bij elkaar te krijgen waren. Dan werd er gezegd, dat het de wil der parochianen blijkt te zijn, dat deze of gene Kerk niet meer voor den godsdienst bestemd wordt; en de Kerk was voor den godsdienst verloren.

Tenslotte werden in dat jaar van staatswege de beruchte spotprocessies gehouden.

Tegen dit alles werd verzet aangeteekend: door de priesters, die weigerden de onrechtmatige bevelen uit te voeren; door het volk, dat in de Paaschweek met anti-Sovjetplakkaten de straten van Moskou rondtrok; door kinderen, die met steenen naar de soldaten wierpen; ja zelfs door heele parochies, die, zooals in Zeinja den toegang der kerk zóó hardnekkig verdedigden, dat de roode troepen er hun legertanks doorheen moesten drijven en een verschrikkelijk bloedbad veroorzaakten ’T'-I , . .

Tal van priesters werden in hechtenis genomen, meer dan 100 werden er verbannen; Mgr. Budkiewisz, de vicaris van Mgr. Cieplak werd gefusilleerd. Mgr. Cieplak zelf werd tot 10 jaar-langen dwangarbeid veroordeeld, die sindsdien werd veranderd in verbanning. 12 Priesters werden doodgeschoten.