VAN DE BERGEN VAN KALIBAWANG.

SINT LEPIANUS!

DOOR JOS. VAN BAAL S. J.

■ls U het Martyrologium Romanum opslaat en U zoekt in den inbond onder letter L, dan vindt U nergens den heiligen Lepianus, omdat hij niet bestaat. Nu LI dat weet, zult U er ook niet meer naar zoeken. De Pastoor van Kalibawang schijnt ook niet alle Heiligen van Gods Kerk te kennen, en was niet in ’t bezit van een Martyrologium, wat U wel duidelijk zal blijken.

Toen hij voor ruim een jaar geleden de zorg voor de Kalibawangers op zich mocht nemen, was het natuurlijk zaak, om zijn klantjes zoo spoedig mogelijk te leeren kennen. Op zijn tochten in de bergen ontmoette hij dikwijls Katholieken, die hij nog niet kende. Dat ze Katholiek waren, was terstond te zien.

Kwam er iemand aan, die al op honderd meter afstand zijn vriendelijkste gezicht trok en bij de ontmoeting de hand vrijmoedig uitstak ter begroeting, wat alle Katholieken daar plegen te doen, dan was ’t zeker een Katholiek en de kennismaking was het werk van een oogenblik. Dadelijk even naar den naam gevraagd, den doopnaam natuurlijk. Die is in ’t begin beter te onthouden dan de ellenlange Javaansche namen, die ze er dikwijls op na houden. De doopnaam heeft daarenboven het voordeel, dat hij niet aan substantieele verandering onderhevig is, al kunnen ze er ook dikwijls wat van brouwen. De Javaansche naam daarentegen verandert nog al eens, zoodat het niet onmogelijk is, dat