grootere en overvloediger vreugde kan gevonden worden, dan die ik gesmaakt heb bij mijn aankomst in Nieuw-Frankrijk, onder mijn eerste H. Mis aldaar op den Feestdag van O. L. Vrouw-Visitatie

Reeds den 24sten Augustus vertrok hij naar de Huronen-missie. Ondoenlijk is het in deze korte levens-schets ook maar even aan te stippen, welk een moeite en inspanning zich Pater Jogues getroostte, om gedurende de zeven jaren dat hij temidden der Huronen werkte, deze haast ontembare natuurkinderen ontvankelijk te maken voor het licht des geloofs, maar heerlijk waren dan ook de vruchten van zijn ijver. De Goddelijke Voorzienigheid echter riep hem naar een anderen werkkring, namelijk de verkondiging van het H. Geloof aan de Irokeezen, de aartsvijanden der Huronen-missie. Toen hij namelijk naar Québec wilde reizen om hulp voor zijn bekeerlingen te vragen, tegen de steeds driestere aanvallen der Irokeezen, viel hij en de Zalige Renatus Goupil, in de handen van deze Indianen. Nu begon voor Pater Jogues een tijd van bloedige vervolging en lijden, zooals er nauwelijks een tweede voorbeeld te vinden is in de geheele kerkgeschiedenis. Reeds de tocht der gevangenen naar het dorp der Irokeezen was een helsche marteling, maar het was nog maar een klein onbeduidend voorspel bij de infernale folteringen die nu begonnen. Na een salvo van stokslagen, die hem tot een gedrochtelijk wezen misvormden en hem als dood op den grond deden neervallen, scheurde men hem de nagels uit handen en voeten, sneed hem twee vingers af, en verbrijzelde de anderen. Daarna werden de bloedige wonden met vuur behandeld. Een anderen keer werd hij met koorden van boomvezels, die men hem door de spieren der armen trok tusschen twee palen opgehangen. Tegelijk met deze lichaamspijnen stegen ook de zielesmarten; zuchtend en steunend, als het ware door God verlaten, smeekte hij zijn beulen de boeien een weinig losser te maken, maar God liet toe, dat deze ze, hoe sterker hij aandrong, des te strakker aantrokken, zoodat de pijnen weldra alle beschrijving te boven gingen. Zeven dagen, van dorp tot dorp geleid, werden deze smartelijke folteringen telkens opnieuw herhaald. Des nachts werd hij overgeleverd aan de wreedheid der kinderen, die hem met brandende stokken pijnigden en gloeiende