Zijn leven (garebeg besar). Zoodra de zon is opgekomen, trekt de onafzienbare menigte naar Mina, met dezelfde haast als waarmede zij van Arafat naar Mozdalifa gegaan zijn. Maar grooter stijgt nog de wanorde en ellende. Zoo gauw men aangekomen is, begint de steeniging, en het gaat hiermede als met de vereering van den „Zwarten Steen”; allen willen weer tegelijk dit verdienstelijk werk verrichten. De plaats, waar de steeniging plaats vindt, is een lange, nauwe straat, waarin nu €en menigte van vele duizenden, soms tot vijftigduizend menschen met kameelen opeengedrongen staan en waar nu eenieder slechts tracht, om met zijn vaak zeer geringe vaardigheid de duivelssteenen te steenigen. Daarenboven moet men bij iederen worp nog roepen: „In naam van Allah, Allah is groot,” zoodat dit met vrij veel wanorde en met een overweldigend geschreeuw gepaard gaat. Gelukkig duurt dit alles slechts korten tijd, maar wanneer de storm is uitgewoed, blijven tal van lijken als slachtoffers van deze steeniging achter. Onkenbaar vindt men ze vaak terug, liggend in het stof der straat. Men troost zich met de gedachte, dat Allah het zoo gewild heeft. ')

’s Middags vinden in het dal van Mina de groote Koerbanfeesten plaats, wat den pelgrimstocht bekronen moet. ledere persoon moet met eigen hand een schaap of rund slachten, doch de meesten worden hierbij door andere personen geholpen. Zij houden dan de hand van den slachter vast, zoodat zij dan toch nog de eigenlijke offeraars blijven. Hoewel aan de offeraars is voorgeschreven, dat zij slechts een klein gedeelte van het vleesch zelf mogen opeten en de rest aan de armen moeten uitdeelen, volgen de meesten dit voorschrift toch niet op. Zoon rijken en overvloedigen vleesch maal tijd genieten zij niet iederen dag en daarenboven is ieder er van overtuigd, dat een spijs, op zoon heilige plaats genuttigd, toch wel een bijzondere kracht moet hebben.

Vóór het einde van het feest komt de Sjerief uit Mekka met een luisterrijk gevolg deelnemen aan de offerplechtigheid. Nadat hij een kostbaar opgetooiden kameel geofferd heeft, neemt hij

') Het aantal pelgrims naar Mekka werd in 1924 op 50.000 geschat. Van .hen verloren er 4000 door verschillende oorzaken het leven.