en stelt zich voor: Soenan Kali Djaga. Kali Djaga, de vermaarde Soenan, die heel Java-over bekend staat om zijn wonderen en kennis van godsdienstzaken! Kali Djaga in eigen persoon! Sèh Darapoetih staat als overrompeld, weet niet wat hij zeggen zal; stamelt zijn naam, en zijn semangka schiet weg van onder zijn arm. Soenan Kali Djaga bukt zich om ze op te rapen, tikt Darapoetih dan heel vertrouwelijk op den schouder, en zegt hem, te volgen, t Is Allah, die deze ontmoeting heeft gewild, en die Sèh Darapoetih nu vraagt, mee te gaan naar de nachtelijke bijeenkomst der gezamenlijke wali’s te Ngampël. Daar zal een bespreking worden gehouden over de ngèlmoe sëdjati: de ware wetenschap, en daar dient ook de semangka verdeeld, om de wali s van Allah’s gunst te verzekeren.

Omtrent het middernachtelijk uur zijn alle wali’s bijeen in de groote moskee te Ngampël: acht wijze mannen, aan wie Allah de bekeering van Java tot den Islam heeft toevertrouwd. Daaronder behoort ook Soenan Kali Djaga, aan wiens zijde Sèh Darapoetih neerhurkt, de groote semangka op den schoot. Nadat men veel en diepzinnig heeft gesproken over de belangen van den Islam op Java, wordt de semangka in acht gelijke parten verdeeld, en iedere wali ontvangt zijn deel in de godsgave. Doch tot aller verbazing blijft nog één schijf liggen, ondanks de eenige malen herhaalde rondvraag, wie der wali’s zijn deel nog niet ontving: alle acht hebben gegeten. Sèh Darapoetih meent nu het beste, dat men eens buiten gaat zien, of daar wellicht nog iemand wacht. Ook Soenan Kali Djaga is van deze meening, en staat op om de deur te openen. En ziet, daar treedt hem iemand tegemoet, die zich Sèh Siti Djenar noemt. Aanstonds wordt hij tot de vergaderde wijzen geleid, terwijl Sèh Darapoetih hem het stuk semangka overreikt met de woorden: „Het is de voorbeschikking van den Onstoffelijke, dat gij, mijn jeugdige vriend, recht hebt op deze semangka. Eet dan: gij toch zijt de vervoltalliging der wali’s. ”

Aldus ontving Sèh Siti Djenar zijn roeping tot wali.

* Wederom zijn de wali s voltallig bijeen, doch ditmaal houdt een zeer netelige kwestie hun grijze koppen bezig. Sèh Siti Djenar