lokaal ook een hond voorzien van een bel, zoodat wanneer hij zijn kop schudde, mijn aandacht door het getingel van de bel werd afgeleid. Op het schoolbord las ik het volgende:

Recollectie 16 Jan. 1927.

Programa (programma).

I. Menjanji Rawoeha (zang: Veni Creator).

11. Pamboeka (inleiding).

111. Napak tilas Pada Dalem (de Navolging van Christus).

IV. 30 Sembah bekti (30 Wees gegroet).

V. Indjil Goesti Jésoes wonten ing Cana (Evangelie: Jésoes in Cana).

VI. 20 Sembah bekti (20 Wees gegroet).

VII. Menjanji no. 8 (lied no. 8).

Ngaso 10 menoet (pauze 10 minuten).

VIII. Woelangan agami: wosé agami bab I no. 1 (godsdienstles: katechismusles I, vraag 1).

IX. Litani Tyas Dalem Sri Jésoes (litanie van het H. Hart).

X. Sesorah: karahajoning toeroen (lezing over het welzijn van onze nakomelingen).

XI. Menjanji (zang ).

XII. Dana P. D. M. (aalmoes voor Maria-Congregatie).

XIII. Kalisaba sesorah.... (speech van den onderwijzer van Kalisaba).

De recollectie, die anders om B'ƒ2 maar toen wegens regen om 9 uur begon, bestond in het afwerken van dat program. Men zong eerst Veni Creator in het Javaansch om verlichting van den Heiligen Geest te verkrijgen. Daarna heette de voorzitter de aanwezigen welkom. Omdat er werkelijk gasten waren o.a. de hoofdonderwijzer van Ngidjon, die niet wisten, wat die pauze van 10 minuten beteekende, legde hij dat eventjes uit. Nu ging hij zitten en een andere onderwijzer las eenige hoofdstukken uit de Navolging van Christus over de liefde tot Hem en zijn evennaasten voor.

Nauwelijks was de lezing afgeloopen, of iedereen haalde zijn rozenkrans voor den dag en men bad 30 maal Sembah bekti