Op „Taman-Sari had de Sultan drie slaapvertrekken laten bouwen: één slaapvertrek op „Poeol-Kenanga”; dit gebruikte hij na zijn boottochten; één bij de eetzaal en een derde bij de badkamer. Bij zijn bureau was er geen slaapvertrek. Deze drie slaapvertrekken bevonden zich op een vrij grooten afstand van elkaar. Want bedenkt, lezeressen en lezers, dat „Taman-Sari” een oppervlakte van + 106.500 beslaat.

Oorspronkelijk was „Taman-Sari ’ een heel groote en schoone lusthof, bezaaid met prachtige planten en geurige kantil-boomen, rozestruiken en welriekende kenanga’s. Tusschen dat bonte tapijt van kleurige bloemen staken luxueuze gebouwen uit; daar kon de Sultan met zijn vrouwen en kinderen zich vermeien in een verrukkelijke bloemenpracht.

Vroeger waren er eigenlijk twee „taman’s”: „Taman-Sari”, het Noordelijke gedeelte, een imitatie van een eiland, omspoeld door de bovengenoemde „Segaran” en „Taman-Ledok”, het Zuidelijke. Doch als men nu spreekt over „Taman-Sari” dan bedoelt men daarmee de beide lusthoven samen.

Jammer is het, dat wij op dit oogenblik niets anders zien dan brokstukken en muren begroeid met mos en allerlei soorten onkruid. Had Hamengkoe-boewana I ooit gedroomd en gedacht, als hij in „Taman-Sari zich verlustigde in zulk een pracht en praal, als hij boottochten maakte met prinsen en prinsessen, als hij mijmerend zich baadde in de zoete klanken van het gamelanspel, als hij na het bad zijn hoofdharen met welriekende wierookwalmen liet drogen ja had hij ooit gedroomd dat zijn nazaten over twee eeuwen slechts de sporen van „Taman-Sari’s” schoonheid en grootheid zouden kunnen zien ?

Hamengkoe-boewana I had niet voorzien, dat in 1867 een hevige aardbeving zou plaats hebben; een aardbeving, die den naam van den beroemden Javaanschen architect, Kj. Toemenggoeng Djajadipoera, bij de menschen sterk in achting deed dalen. Hij had zich vergist: Als hij van ijzeren geraamten voor zulk een complex gebouwen gebruik gemaakt had, dan zou de hevige aardbeving „Taman-Sari” niet zoo erg vernield hebben. Want ziet 1 Terwijl de aardbeving Djocja’s bodem deed schudden, smakten de daken en poorten tegen den grond en stortte het grootste deel der onderaardsche gangen in. Een groot verlies