4 Poespakoesoema Poespawinata

Poespawidjaja Poespadiningrat Poespasoetjipta

5 Soeradiningrat Soeraadikoesoema

Soerawidjaja Soerasapoetra Soeraamipradja

6 Gandasapoetra Gandakoesoema

Gandaadikoesoema Gandawidjaja Gandapoespita

Dat zijn allemaal werkelijk bestaande namen. Men kan met behulp van de voorafgenoemde woorden, en naar ’t voorbeeld van die zes rijtjes, natuurlijk nog honderden andere maken: het kost niets!

Misschien weet men nog geen weg met de in Djokja veel voorkomende achtervoeging: diningrat. De prins, die in ’t begin van 1926 in Holland geweest is, heet Soerjadiningrat. Dining of adining beteekent: de schoonheid van. De beteekenis is dus: „Zon, schoonheid der wereld”.

Schrik nu maar niet, dat ook nog de deftige vrouwennamen zullen besproken worden. Daar zijn we gauw mee klaar. Een meisje draagt haar kindernaam tot aan haar huwelijk, en dan krijgt ze den naam van haar man. In enkele streken behoudt de gehuwde vrouw haar meisjesnaam.

De vrouw van een prins of hoogen ambtenaar wordt aangesproken met den titel: radèn ajoe, d.i. schoone radèn; (radèn is een adellijke titel, zoowel voor vrouwen als voor mannen).

De aanspreking van een vrouw uit het volk is embok (uitspr. mbo), d.i. moeder, of als ze oud is: embah, d.i. grootmoeder.

Zoo spreekt men een gehuwd man aan met; pak (vader) en een oudje met embah (= grootvader). ~ Pak Soeta is dus een man, die Soeta heet. Heeft hij kinderen, dan noemt men hem ook dikwijls: pak, met den naam van een dier kinderen. Zoo is. Pak Simin de vader van Simin; en zijn vrouw kan dan ook genoemd worden: mbok Simin.

Er zijn toch ook wel deftige vrouwennamen. Zoo is er een prinses bekend onder den naam Madoeretna (madoe = honing; retna = juweel en prinses). De titel van de oudste dochter van sultan en soesoehoenan is: Sekarkedaton, d.i. bloem van den kraton. Maar als we over titels gaan praten, dan zijn we nog lang niet aan t eind. En daarom zet ik nu maar gauw een echte punt.