'«Vil ZEGEnT''-?! SDES HEEREri 5 DEriMEER. DAM. ;

MET DE BENDY ER OP UIT!

DOOR JERÓME AWICK S.J.

NAAR SALAM

Halam ligt op den weg Djogja-Moentilan. Den dag na onze Moengkidsche reis zouden we dus die richting uitgaan om daar leerlingen voor de school te werven.

lederen Zaterdagavond zwermen hier op ons erf een 40 tal Salammertjes rond, slapen hier, om den volgenden dag den Zondag te vieren door ’t bijwonen van de H. Mis. Toen we dus in ons karretje in den vroegen morgen voortreden het paardje had blijkbaar nog wat slaap en liet ons voortdurend diagonalen trekken over den weg, ~ konden we in Salam een over t algemeen hartelijker ontvangst van de burgerij verwachten. En dat was ook zoo. Na eerst onze opwachting gemaakt te hebben bij het districtshoofd: den wedana en hem weer met frisschen moed, waarmee de heerlijke koele morgen ons bezielde, het heil van Salam s school te hebben aanbevolen, gingen wij ons paardje daar achterlatend weer de boer op. Nog geen vijf passen verder, stond al een klein kereltje met een „Dag Pastoor" gereed; ’t was ’t zoontje van den loerah, (dorpshoofd) die in Moentilan op de Hollandsch-Inlandsche school was.

~Breng ons eens gauw naar vader s woning, kereltje ’!

„Ja Pastoor, en mee als was ’t afgesproken, of als hadden