de bruid tot een der schoonste onder hare vriendinnen en vervulden de „nöntonners” (toeschouwers) met bewondering.

De bruidegom Moekimin alias Prawirahardja is met ongeveer dezelfde sieraden getooid. Zoo draagt ook hij de gouden „ron” boven ieder oor; de kostbare halvemaanvormige „kaloeng” om den hals en de „kelat baoe” om de bovenarmen. Zijn hoofd is gedekt door de koninklijke „koeloek kanigara” een hoofddeksel, dat feitelijk regenten, prinsen of vorsten kenmerkt. Rechts, achter zijn rug uit, ziet men steken de sierlijk gekromde kam der krisscheede. In plaats van de „kebajak” der bruid draagt hij de „sikepan blegèn”, een met goud geborduurde gesloten jas van zwart laken.

Uit de allerkostbaarste kleeding en versierselen, en uit het feit, dat bruid en bruidegom het privilege hebben zelfs kledingstukken te dragen, die slechts eigen zijn aan hooggeplaatsten en vorsten, mag men wel terecht besluiten, dat het huwelijk door ons, Javanen, als iets hoogs wordt beschouwd en als dusdanig in eere wordt gehouden.

Rest nu nog een uitleg te geven van de symbolische schalen aan de voeten van het echtpaar; die, hetzij terloops opgemerkt, de groote liefde der Javanen voor zinnebeeldige voorstellingen verraden.

U ziet vier ronde schalen, en op ieder ervan een echtpaar uit de dierenwereld, staande onder een boom met gave vruchten. Achtereenvolgens treffen wij aan: een apen-echtpaar, een hengst en een merrie, een haan en eene hen, en tenslotte een koppel marmotten. Deze groepen zijn een symbool der onderlinge liefde; man en vrouw dienen eensgezind te zijn.

De struikjes met gave vruchten vertolken den vurigen wensch van het jonge paar: dat hun huwelijk rijk moge gezegend worden met gezonde nakomelingen.

Ten slotte nog eene opmerking: Al is alles wat de foto toont het eigendom van Moekimin en Soekardijah zijne bruid, omdat zij behooren tot het geringe aantal der rijken, zoo is hetgeen men bij Javaansche huwelijksfeesten aan kostbare kleeding en versierselen van het bruidspaar te bewonderen krijgt, meestal niet eigendom, doch slechts gehuurd of liever nog geleend, daar rijkdom onder de Javanen zeldzaam is.