ziet er dus niet zoo troosteloos meer uit, als een 8 jaren terug, toen R.P. van Kalken hier nog moest beginnen.

Onze tweede Javaansche scholastiek, fr. Tjiptakoesoema, die met fr. Jasawihardja in Augustus van dit jaar naar Ambarawa kwam, tracht nu, overal waar scholen zijn, contact met de Javanen te krijgen, om zoo langzamerhand het zaadje van den godsdienst te laten vallen, waar de bodem het geschikste lijkt. Hier in de omgeving vraagt men overal met verbazing, wie die

Javaan toch is, met zijn vreemde kleederdracht (de toog). En lachend maakt hij kennis met een loerah hier en een wong tani daar, en allen merken al gauw, dat die bruine pastoor toch een echte Javaan is gebleven niettegenstaande de ongewone kleeren.

Foto L. V. Rijckevorsel,

VOORLOOPIGE HOLL.-INLANDSCHE SCHOOL TE SALATIGA.

En nu nog even de oogen goed opengezet. Daar heel ver, achter die heuvels in het Zuid-Oosten ligt het mooie stadje Salatiga. Daar is tegenwoordig wel een pastoor, twee zelfs en ook zijn er 4 Zusters met een afdeeling van het Weeshuis van Semarang. Maar de Javaansche schaapjes daar ressorteeren onder