helpen, vooral toen het aantal internen tot 18 steeg! En hoe moeilijk begrepen we elkander in het begin: de Zusters kenden nog bijna geen Javaansch, onze kinderen geen Hollandsch! Dan weer vroegen we ons af: hoe onze „pensionnaires” te kleeden? De kabaja en de sarong, die ze aanhadden, was gewoonlijk haar heele bezitting! Maar in Indië en dus ook op Mendoet komt alles terecht. Van staallapjes werden nachtsarongs en dekens genaaid; van afgedankte damesjaponnen de mooiste baadjes! De meesten waren nog nooit van huis geweest: geen wonder dus, dat verschillenden in het begin veel heimwee hadden. Ik herinner me nog goed, hoe op een avond, zonder dat we het gemerkt hadden, de vader van één onzer kinderen onverwachts op de speelplaats verscheen en allen dien vreemden man om den hals vlogen, zoo blij waren ze, weer een Javaan te zien! De man nam zijn eigen kind weer mee naar huis, bracht het echter een jaar later weer terug en nu is datzelfde meisje „Franciscanes en werkt met ons mee aan de bekeering van haar eigen volk.

Zoo langzamerhand echter begon het jeugdig volkje aan ons te wennen; het volgende jaar, in 1909, werden reeds 11 gedoopt en 8 deden haar Eerste H. Communie. Zoo graag waren de kinderen zelfs bij de Zusters, dat ze met de eerste Poeasavacantie snikkend de poort uitgingen! Na de vacantie kwamen er heel wat nieuwe kinderen bij; de eetzaal moest nu als 2de klasse ingericht worden; een der schuurtjes werd gepromoveerd tot eetzaal! Het was een heele toer ’s middags aan tafel te gaan, want één voor één moesten de kinderen door een heel klein deurtje binnen wippen.

Dit was Mendoet van vóór + 20 jaar; en nu?

De talrijke bezoekers van onze inrichting staan bijna altijd verbaasd over zoo n complex van gebouwen, over zoo n groot aantal internen, allen Javaansche meisjes!

Fröbelschool, 7-klassige H. 1.5., een 4-jarige Fröbelkweekschool, groote slaapzalen en een ruime eetzaal voor + 350 kinderen, een flink Zustershuis werden voor en na bijgebouwd en hebben Mendoet gemaakt tot een van de grootste en mooiste internaten voor Javaansche meisjes.

En als men dan ’s morgens vroeg die eindelooze rij van ruim 350 kinderen (zie foto blz. 136), twee aan twee, in hun