O.L. Heer, omdat Die hem mèt den waren godsdienst niet tegelijk ook tijdelijke voorspoed wilde geven.

Den volgenden Zondag ging Doel biechten. Z n pogen om zelfstandig werk te krijgen slaagde tenslotte en korten tijd later werd z’n huwelijk ingezegend met Soekijem, die trouw de catechismus-lessen had gevolgd en den dag vóór haar huwelijk gedoopt werd.

Doel zal het wel nooit rijk hebben en z’n jongere broers zullen het wel verder brengen in de maatschappij dan hij; ’s avonds verkoopt hij strootjes, aan de menschen in de omliggende dessa’s en overdag werkt hij op de suikervelden voor de fabriek. Maar Doel is een gevaarlijke crisis te boven gekomen en geheel verzoend met zijn levenslot. Op z n broers is hij niet meer afgunstig: want hij is immers ook katholiek als zij en evengoed als zij op weg naar een hemel, waar onverbiddelijk, zonder eenig onderscheid, wordt gegeven: loon naar werken.