actie, de dagelijksche aankondiging van zijn neutralen omroep: „Dames en Heeren, hier is Hilversum” en spande de kruis-

antenne over het Gooi. Het zendstation, waar het missieenthousiasme gewekt en uitgezonden werd op lange golf, was de Villa Vogelensang door andersdenkenden aan de tentoonstelling gratis afgestaan.

Heerlen, Den Haag, Hilversum slaagden schitterend. Arnhem werd, wat het tentoonstellingsbezoek betreft, een mislukking, daarom des te merkwaardiger, omdat Arnhem ondanks zijn zeer gemengde bevolking, anders méér doet dan men in verhouding zou mogen verwachten. 22 Inlandsche studenten komen alleen al voor rekening van het Dekenaat Arnhem, dat in zeven jaren voor Inlandsche seminaristen f 43.655 opbracht. Voor de plaatselijke organisatie die een zeer interessante tentoonstelling inrichtte, de allerbeste filmen requireerde, en een uiterst origineelen, kostbaar gestoffeerden Portorico-avond aanbood, was dit geringe bezoek een groote teleurstelling. Maar wat het publiek aldus te kort deed aan het missiewerk, werd dit laatste duizendvoudig vergoed door het onbeloonde, persoonlijke offer der comité's... Verwacht mag worden dat, waar vooraanstaande persoonlijkheden als Mr. Baron van Heemstra, Commissaris der Koningin in Gelderland, J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, Mr. S. J. de Monchy, burgemeester van Arnhem, en vele andere hooggeplaatsten aan de missie het persoonlijk bewijs van belangstelling brachten, in de komende jaren het Pinkstervuur hierin het aanschijn van Arnhem zal vernieuwen.

In de drie andere plaatsen slaagde de missieweek, voorbereid met een trommelvuur van kranten-artikelen, schitterend! De missieweek werd een missiefeest, waarvan de verhoudingen die van een groote stedelijke en plaatselijke gebeurtenis volkomen dekken, waar de burgerlijke autoriteiten alleen al om de belangrijkheid van het gebeuren, noode kunnen schitteren door afwezigheid. Den Haag b.v. viel de hooge eer te beurt Z. K. H. Prins Hendrik, de Excellenties Ruys en Deckers e.a. langs de stands te mogen leiden, ’t Werd een feest, dat op straffe van een journalistieke flater door de liberale of roode pers niet kon doodgezwegen worden.