De klank van t klokje op de bergen

Draagt naar de Maagd zijn zilvren groet:

En door de klare luchten beeft er

De glimlach van de Moeder zoet!

Ik kan niet nalaten U even te laten zien, hoe ook andere Missionarissen er naar verlangen, neen er naar zitten te hunkeren, dat zij voor hun arme schaapjes toch ook eens zoon klokje machtig konden worden, omdat het hun zooveel plezier zou doen, maar vooral zooveel goed aan hunne ziel en de duizende zoekende zielen rondom hen.

Aan Pater de Hoog te Sedajoe was bericht, dat edelmoedige congreganisten, leerlingen van het St. Ignatius-College te Amsterdam, f. 100. hadden bijeengebracht, om hem een Angelus-klokje te zenden en dat dit klokje begin Augustus zou arriveeren. Door omstandigheden kon het, helaas, pas een half jaar later worden verzonden dan was medegedeeld; in angstig ongeduld schrijft de Pater intusschen naar Amsterdam; „Ik hoef U niette herhalen, hoe blij ik was met dat berichtje: ’n Angelusklokje voor Sedajoe! Tot nog toe en ook nu nog altijd gebruikte ik als klok een uitgeholden boomstam, waar mijn jongen een keer of vier per dag op slaat. Ik heb dat zinnetje: U krijgt begin Augustus een Angelus-klokje, niet één keer, maar ik weet niet hoe dikwijls wel overgelezen”, In zijn vreugdevolle verwachting begint hij te twijfelen, of hij het misschien niet verkeerd verstaan heeft en spelt het maar weer uit, al kent hij het ook van buiten: het staat er toch! „Ik besloot dus geduldig te wachten tot Augustus; maar 15 Augustus ging voorbij en er luidde geen Angelus-klokje, Ik dacht, nu ja, een beletseltje! Met Kerstmis zal 't er wel zijn. Maar met Kerstmis was ’t nog de boomstam, die mijn goede Javanen naar de Nachtmis riep. En nu is het bijna half Februari en ik denk er al aan ’n nieuwen boomstam te koopen, want de oude is van alle kanten gescheurd, maar toch ook denk ik dan telkens weer, misschien is het klokje nu op de boot”. Pater de Hoog heeft juist gedacht, want het blij verwachte Angelus-klokje ging 5 Februari te Rotterdam scheep en was dus, toen de Missionaris den 10 Februari schreef, reeds op weg naar Java.