harde, breede baksteen. Arme onderdanen van Amangkoerat 11, die in onbetaalden heeredienst in weinig tijds, die geweldige muren en de kratongebouwen moesten oprichten.

Maar wat beteekende het leven van een gewonen Javaan, of van duizend gewone Javanen voor den keizer van Java, wanneer dat van hooger of hoogst-geplaatsten zoo weinig telde? Liet de vader van den heerscher van Kartasoera niet honderd vrouwen den hongerdood sterven als teeken van rouw over het

verlies zijner meest geliefde echtgenoote? En hoevele lijken zagen de omwonenden niet door het stroomende water van de grachten afdrijven naar de zee?

Foto Br. Clementinus, Djocjakarta.

Een vorstelijk graf.

Een heel eind zijn we langs den geweldigen ringmuur gewandeld. Plotseling buigt de wal om, en spoedig staan we voor den ingang, een gapende opening. De poort, die den vijand toegang verleende, moest worden uitgebroken, zie foto blz. 283. Zoo wilde het de traditie. Wij staren in de ruimte, stilte en zon.

Een paar halfgekleede kinderen spelen geruischloos op den