DE KLAPPERBOOM

DOOR C. VAN DER DEIJL, S.J.

I.

meer te weten komen van den klapper- of cocospalm, en waarvoor hij gebruikt wordt door de Javanen, had ik al lang gewild, tot op zekeren dag een paar Javaansche leerlingen mij voorstelden: „Gaat U maar met ons mee, dan zullen we U alles laten zien en proeven”.

’t Kon niet mooier, vlug even mijn fototoestel gehaald en we gingen op weg.

„Weet U hoe de klapper ontstaan is, volgens een Javaansche legende?” klonk de eerste vraag, die echter niet zoozeer als vraag bedoeld was; want aanstonds begon er een te vertellen:

„Adam en Eva hadden twee zonen Kambil (Abel?) en Krambil (Kain?)'). Toen nu Kambil een schoone vrouw tot echtgenoote had ontvangen en Krambil zich met een minder mooie moest tevreden stellen, werd deze zoo boos, dat hij zijn broer vermoordde. Toen daalde er uit den hemel een engel neer. Deze was gezeten op een paard en doodde met zijn zweep Krambil, terwijl daarna door de macht van de zweep t lijk van den broedermoordenaar in den grond zakte. Uit Krambil s hersenen ontwikkelde zich daarop een boom, de krambil (klapper)”.

Op mijn vraag of dat verhaal algemeen was, wisten mijn vrienden geen antwoord, nog minder toen ik verder wilde informeeren naar den Mohammedaanschen oorsprong van deze totaal verjavaanschte legende. Trouwens ze hadden me immers

‘) Krambil is de Javaansche naam voor den klapper of cocosnoot.