beloofd iets te laten zien en proeven, en niet ’n les te geven in de volkskunde.

Onderhand hadden we de woning van een van mijn begeleiders bereikt en het aanschouwelijk onderwijs zou beginnen.

Heel wat klapperboomen stonden er achter op het erf. Eerlijk gezegd, erg mooi kon ik ze niet vinden. En onwillekeurig dacht

ik aan de woorden van een Hollandschen Pater, pas op Java: „Vroeger op plaatjes vond ik de klapperboomen vrij sierlijk, maar nu ik ze in werkelijkheid zie; juist uitgerekte kurketrekkers!”

Foto C. v. d. DeíjI‚ Nijmegen. . een oud Vrouwtje, dat olie verkocht. (Blz. 119.)

Doch al zijn de klapperbootnen dan niet zoo mooi, hun nut is buitengewoon; en dit geldt niet alleen van de vrucht, de zoogenaamde cocosnoot, maar van alles wat aan den boom is, bladeren, takken, stam en wortels incluis.