die te behartigen, dan een eigen, onafhankelijk bestuur, waarin alle krachten der natie zijn samengebracht. Elke natie heeft dus recht op onafhankelijkheid en eenheid.”

Dit beginsel der nationaliteit tot het onze makend, moeten wij er toch onmiddellijk aan toevoegen, dat wij ter bereiking van de in genoemd beginsel neergelegde doelstelling, waarvan de weg echter nog lang en moeilijk is, ons hebben te bewegen op den bodem der werkelijkheid, met onze beide beenen op den beganen grond. Men heeft hier, buiten de Inheemsche, ook nog andere bevolkingsgroepen en verder is daar de realiteit van het Nederlandsche gezag, waarmede natuurlijk ten volle rekening moet worden gehouden. Het is dan ook mijn overtuiging, dat ten slotte het algemeen welzijn en ook de verdere ontwikkeling van ons volk in de richting van bovengemelde doelstelling het best gediend zal zijn door onderlinge samenwerking tusschen die verschillende bevolkingsgroepen, en vooral ook door samenwerking met de Nederlandsche regeerders, in wier goede bedoelingen ten aanzien van de ontwikkeling van deze landen ik vertrouwen heb.

Mijnheer de Voorzitter! Als nieuweling in dezen Raad heb ik het zoo kort mogelijk willen maken en ik zou mijn rede ook hier beëindigd hebben, ware het niet, dat mijn geacht medelid, de H eer Natasoetarsa, in zijn eergisteren gehouden rede een en ander heeft gezegd aangaande de zending. Met hem kan ik volkomen accoord gaan, wanneer hij zegt, het door de regeering ingenomen standpunt, dat iedere godsdienst gelijke bescherming ontvangt, te kunnen onderschrijven. Maar niet kan ik het met hem eens zijn, wanneer hij de regeering verzoekt geen andere zending voor een bepaalde plaats toe te laten daar, waar reeds een zending is gevestigd om reden, dat zulks volgens hem aanleiding geeft tot strubbelingen. Afgezien van het feit, dat de z.g. dubbele zending op vele plaatsen, zooals op Java, de door den Heer Natasoetarsa gevreesde moeilijkheden niet te weeg brengt, wil ik toch dit even opmerken, dat de regeering nog wel over andere middelen beschikt om eventueele strubbelingen en verstoring van rust en orde te voorkomen dan het verbod van dubbele zending. Want dit zou in strijd zijn met het ook door den Heer Natasoetarsa onderschreven regeeringsstandpunt, dat