Luister eens jongen, dat heeft nu lang genoeg geduurd, we zullen een andere plaats voor je zoeken.
En weet je, wat hij antwoordde:
Och, moeder, als ik er uittrek, moet een ander mijn plaats nemen, en hij zal het misschien niet kunnen volhcuden! Ik ben het al bijna gewoon! Ik zal er blijven en ik zal t verduren totdat ik het zal overwinnen!
EEN VROOM GEBED*
Ik weet niet hoe u hoog genoeg te roemen En hoe schoon te beelden weet ik niet, Ik breng u met mijn hart mijn mooiste bloemen
En met mijn kleine hart mijn arme lied.
Ik leg mijn bloemen aan uw stille voeten En vouw mijn handen bij mijn bloemen saam
En bid en buig en buig u lief te groeten, Het schoonste lied, Maria, is uw naam.
Gij zijt dat kalme en algeheele wonder.
Dat reine Meer bij eeuwig morgen-rood, Het hemelsch Woord ging in uw diepte onder En rees een Bloem, een Zon, uit uw verborgen [schoot.
Van oude zonden droegt gij geen litteeken,
Van nieuw niet de versch-gesneden snee,
Gij hcefdet nooit een zwarte biecht te spreken En schaamte brandde nooit Uw wangen wee.
Ik weet niet, hoe u hoog genoeg te roemen! Is onder menschen uws gelijke. . ~ één?
Is onder Engelen en onder bloemen
O Maagd Maria, uws gelijke. . ..? Neen!
JAC. SCHREURS M.S.C.
Van wat we gezien hebben*
Enkele dagen geleden waren we uit met drie af deelingen van ons patronaat. Anderen zullen hier in de Blijide Wereld misschien wel wat vertellen over onzen mooien autotocht en al de pret die we onderweg en buiten gemaakt hébben, maar er was méér.
's Middags zijn we de prachtige bosschen bij Austerlitz ingetrokken. Eerst naar de pyramide, waar we met ons zestigen haast een opstopping veroorzaakten; als we 't goed overdacht hadden, hadden we beter met driemaal twintig naar boven kunnen gaan. Maar ja, 't ging in één trek de hooge trap op, en niemand van ons wist meer, hoe 't er daar boven uitzag. Maar het uitzicht was schitterend mooi, je kon er zoo ver en wijd zien, tot Amsterdam toe, werd er verteld; en de bosschen en valleien van de provincie Utrecht lagen er in hun volle schoonheid.
Toen verderop langs 't fietspad niet er op, dat leerden ons de fietsers wel en dan recihts om het
boS'ch in. 't Uitzicht op ide Leusderhei en de vallei was eenig-mooi. In de verte zag je ooik den toren van Amersfoort en dan al die kleuren groien in die prachtige lucht. Over een dwarsweg waren we ineens midden in 't bosch.
Daar kwam er één met een paddenstoel aandragen, een reuzending, die door de anderen met een vies gezicht bekeken werd. Maar toen we 'm goed zagen, wat was hij mooi! Die dikke witte steel en de bruin-witte, bolle hoed. Aan den onderkant was hij bruin-groen met heele kleine gaatjes. Wat prachtig toch, dat daaruit 't stof gestrooid wordt, waaruit weer nieuwe paddenstoelen groeien.
Toen we eenmaal over de viesheid van paddenstoelen heen waren, werd 't een wedstrijd in 't zoeken. En al heel gauw lag er een bergje om ons heen. Mooie witte ballen met de bekende schuimpjes met slagroom waaruit nog een paddestoel moet groeien. Vuurroode vliegenzwammen, de mooiste bloemen van 't bosch.
zijn erg vergiftig, zei er één, maar 't geruststellende antwoord was:
Je behoeft ze toch ook niet op te eten?
Fijn toch, dat wit een rood, en deze heeft kleine geplooide plaatjes aan den cnderkant. We vonden nog bekertjes en een mooie spierwitte en nog veel meer.
Is 't ma niet al te gek, dat er altijd menschen zijn, die die dingen kapot trappen, of met een wandelstok den kop afslaan? Laat ze toch staan, dat anderen ook kunnen zien, hoe mooi ze zijn. Je moet ze eigenlijk alleen maar afpliukken om van dichtbij te zien hoe ze er uit zien.
'tWas jammer, dat we 't Verkade-Album niet bij ons hadden, want de namen van al die paddestoelen weet je toch niet uit je hoofd.
Toen zijn we zingende een golvenden weg opgegaan, altijd verder, op 't mooie vergezicht af, dat daar aan den rand van het pad leek te liggen. Wat zing je heerlijk, vooral als je lieve liedjes kent.
Maar 't blééf ver af en de weg blééf golven. We moesten dus weer terug, om op den groeten weg te komen. We zagen neg een fazant en een koppel patrijzen opvliegen, we heibben hei geplukt en boschbessenstruiken gevonden, 'k Gelodf', dat er nog iets aanzat, df is er van een vroege braam gesnoept? En voor al dat mcois hebben we geen uren geloopen, dat zageii we allemaal in 11/2 uur.
’t Doet je verlangen naar een heelen dag buiten en dan met kleine clubjes te gelijk.
Daar was de speeltuin weer en 's avonds om 8 uur ging 't huis toe naar Utrecht. A.
Patronaat Matri boni Consilii; par. St. Aug. en St. Monica.