EER AAN GOD IN DEN HOGE,
om het kerstbrood aan te snijden. Opeens werd de feestelijke stemming gestoord door geklop op de buitendeur. Gregors vrouw nam vader Popolev bij de hand en voerde hem snel naar de hooizolder. Dan kwam ze terug en trok de oudste knecht van de bank af op de stoel van den priester. Gregor kwam binnen met vier soldaten.
Nou, jullie boffen, zet u aan en eet mee. Eigenlijk hebben we geen tijd te verliezen Er moet nier in de buurt een priester rondzwerven. Dien zoeken We.
Nou, die zal het met deze kou niet prettig hebben. En ver zal hij ook niet komen. Blijf hier eten en keer dan rustig naar jullie standplaats terug. Mocht hier een verdacht iemand komen, dan houden wij hem vast. De soldaten lieten zich dat geen tweemaal zeggen. Ze aten mee van het grote kerstbrood en deden zich tegoed aan de feestelijke tafel.
Wij treffen een fijn midwinterfeest, vond een van de soldaten.
Gregor verwijderde zich met één der knechts om de dieren te voederen. Snel werd het paard voor de slede gespannen en vader Popolev van de hooizolder gehaald. ~~ Snel, we houden ze zeker een uur aan de praat. Vader Popolev fluisterde:
Als het God belieft tot volgend jaar Kerstmis!
In wilde galop reed de priester het erf af en de landweg op naar het veilige Beloedsjistan. Binnen werd gezongen gelawaaid, zodat de soldaten niets hoorden. Tegen de morgen stapten ze op. Gregor slaakte een zucht
van verlichting, toen hij bemerkte, dat ze noordwaarts trokken.
Intussen reed vader Popolev voort. Het paard werd moe. Bij de eerste pleisterplaats stapte hij af, om ’t dier rust te gunnen en zelf wat te eten. De waard vertelde van de jacht die gemaakt werd op een priester, die hier gepasseerd moest zijn.
Eerst dacht ik, dat u het zou wezen, maar nu u hier bent, geloof ik dat niet. Mijn oude moeder bidt voor die arme priester en hoopt nog zo op een laatste biecht en communie vóór haar dood. Dat geluk zullen we wel niet meer beleven.
U bent wel onvoorzichtig. Och neen, ze weten dat we toch nooit meer iets aan ons geloof kunnen doen en ze laten ons rustig met onze verlangens hier leven en doodgaan.
Mag ik even naar uw moeder? Een uur later verliet vader Popolev de herberg, vier gelukkige mensen achterlatend en de belofte het volgend jaar terug te komen.
—■ Tegen de avond bereikte hij de grens. Daar vond hij Nicolaas, die juist van plan was, zijn vriend na te reizen. Hij was bang voor gevaar.
Maar vader Popolev lachte gelukkig en zei: Nicolaas, het volgend jaar weer, en daarna weer, als het God belieft.
Het Christus kind is gekomen ook voor Rusland. De zijnen daar zullen Hem niet ontvangen. Bid, Nicolaas, bid Emmanuël, God met ons, om medelijden met het arme Rusland. Hoe lang nog Heer, hoe lang nog zult Gij wachten?