TOONEEL EN BIOSCOOP

Teun, welvarend smid inde provincie, wordt door zijn eigen dochter, op aandrang van haar verloofde, bestolen. Die verloofde, Hendrik, is een individu met een verleden, dat desondanks door Teun als smidsknecht werd gehandhaafd. Anne vlucht met Hendrik naar Amsterdam, waar ineen paar jaar de gestolen gelden verteerd zijn. Teun is geruïneerd en komt ook te Amsterdam terecht, als nachtwacht. De twee gelieven raken hoe langer zoo meer aan lager wal. Hendrik drinkt, en werkt niet. Wel mishandelt hij Anne en dwingt haar tot het allerslechtste. Zij komt ten slotte ineen verdacht huis terecht. Teun de Nachtwacht, bij stormweer door de straten dwalend, treft op een avond zijn dochter buiten bewustzijn op een stoep. Hij neemt haar weer in huis en als de verloren dochter uit het ziekenhuis arriveert, is alles vergeven en vergeten en is er groot feest, door de buurt op touw gezet. Die buurt, uit de Jordaanomgeving, komt ook reeds eer op de proppen en wordt aardig getypeerd. Zooals men ziet, valt op deze intrige, voor menschen, die weten wat er inde wereld te koop is, niet veel te zeggen. Zelfs zal ze voor een zeker soort publiek niet zonder goede uitwerking zijn. Toch hebben we bezwaar tegen sommige uitdrukkingen. Tien en meer keeren wordt er n.l. zonder de minste noodzaak, met heilige namen gejongleerd. Blijft dat achterwege, dan hebben we voor volwassenen geen bezwaar.

De Landloopers. (Afgekeurd.)

(Die Landstreicher.)

Operette in 3 bedrijven van L. KrEN en C. LINDAU. Vertaling van FELIX Hageman. Muziek van C M. Ziehrer

Rembrandt-Theater Amsterdam

Het gegeven doet denken aan den bekenden ouden klucht van Robert en Bertram of de lustige vagebonden. Dus heeft bovengenoemd werk ook meer vaneen klucht dan vaneen operette en heeft, wat de handeling betreft, niet veel om het lijf. Met enkele woorden zou men zich er vanaf kunnen maken of, als men alle verwikkelingen zou willen mededeelen, aan drie of vier kolommen druks niet genoeg hebben. Laat ons trachten, den moeilijken middenweg te houden. August Fliederbusch is met zijn vrouw aanhetlandloopen gegaan. Of dit een vrijwillige landlooperij is dan wel een gedwongene, is niet duidelijk; evenwel blijkt, dat deze landloopers niet het land hebben aan loopen, noch aan landloopen. Zij hebben een kostbaar collier gevonden, benevens 1000 Mark, en worden nu opgebracht, wijl men hén van diefstal verdenkt, daar het bankbiljet den argwaan opwekte van den kastelein, die den veldwachter waarschuwde. Zij worden in het cachot geduwd, ontkomen daaruit en vluchten inde kleeren van den vorst vaneen Duitsch staatje en zijn vriendinnetje Mimi, die het verlies van het collier komen aangeven. Zij worden door den rechter, die op zijn bureau een vrijerij was begonnen met de dochter van den kastelein, eveneens in het cachot geduwd, dat onderwijl reeds door de landloopers verlaten was. Deze Mimi, een danseres, verloofd mei den Hongaarschen schilder Lajos von Gladneky, is onder den invloed van het goud en de belofte van juweelen van den aftandschen vorst met dezen medegegaan, houdt hem voor den zot, springt, huppelt en danst met hem, vliegt hem op den schoot en inde armen en is als zoodanig met haar vorstje de oorzaak van de afkeuring van dit stuk.

De landloopers worden in hun fijne kleeren voor den vorst aangezien, betrekken in het hotel de kamers van den vorst en nemen alle huldebetuigingen in ontvangst. Het nadeel echter is, dat Fliederbusch ook door den Hongaar, die den vorst en zijn geroofde

danseres overal nareisde, voor den vorst wordt aangezien, en de hevige aanvallen van dezen Lajos moet verduren. Hij neemt de wijk met zijn Bertha, als de rechter inden pseudo-vorst den landlooper herkent. Nog komt er een gouden bruiloft in voor, die met het verhaal niets te maken heeft, benevens een gemaskerd bal; dit laatste alweer in navolging van Robert en Bertram.

BIOSCOOP,

Niet goede films.

„Als er plaats is voor twee”. 1 acte. Eccletïefilm. Theatre PATHé.

Een zeer afkeureuswaardige film. Het in beeld gebrachte mondaine leven van cocotte’s met boemelaars, oude en jonge.

Een zeer aanstootelijke dans ineen nachtcafé, waarin zelfs eender dames verschijnt ineen toilet, waarin het bovenlichaam voor nog geen l/3 bedekt is.

„Geheimzinnige brand (De)”. 3 acten. Svenskafilm. Elite Bioscoop „Union”.

Een slechte film. Een jong meisje, gekoppeld aan een ouden heer, wordt, als echtgenoote, haar man ontrouw en door hem weggejaagd. Haar zoontje zelfs mag zij niet zien. Zij wordt actrice en leeft het mondaine leven. Bij gelegenheid vaneen bezoek aan een nachtcafé met nog een vriendin en eenige vrienden, amuseeren zij zich ten zeerste om een clubje zeecadetten. Zij geeft hun haar bloemen en eender jongelui bedankt haar en verzoekt het gezelschap met hem naar zijn kamers te gaan.

Daar brengen zij verder den nacht door en de jonge cadet wordt dronken. Hij weet onder een grapje de anderen weg te krijgen en blijft met de actrice alleen achter. Dat was zijn bedoeling. Hij wordt handtastelijk en wat niet gelukt met zachtheid, wil hij thans doen met geweld. Bij de worsteling ontdekt de actrice aan de moedervlek, dat haar eigen zoon haar aanrandt. Zij slaat hem tegen den grond. Er ontstaat brand en de jonge man stikt. De actrice wordt van moord verdacht, maar dan blijkt een kristallen karaf als brandglas gewerkt te hebben en de schuldige te zijn. Zij wordt vrijgesproken.

„Geparfumeerde zakdoek (De)”. 1 acte. The Vitagraph-film.

Een jonge, gehuwde man verwaarloost zijn vrouwtje en flirt met anderen. Dan kleedt zij zich op z’n voordeeligst en flirt op haar beurt met andere mannen. Haar echtgenoot wordt jaloersch en verlangt te weten wie haar minnaar is. Zij zegt: „Hij, die dezelfde parfum gebrüikt als ik!” Haar man op z’n zoek en inde club verlangt hij van al zijn vrienden hunne zakdoeken. Hij kan den belager maar niet vinden. Ten slotte blijkt zijn kleine jongen, zijn zoontje, dien parfum te bezitten. Hilariteit en verzoening. Om flirten en ontkleeding afgekeurd.

„Gratiella la Gitana (De Verlatene)”. 2 acten. Gaumont film. Cinema Parisien.

Een Frarisch schilder gaat naar Italië, maakt kennis

met een landmeisje, Gratiella genaamd, neemt haar tot model en beide verheven. Hij ziet kort daarna eene dame, op welke hij eveneens gecharmeerd raakt, vergeet het meisje en keert naar zijn lar.d terug, de laatste in wanhoop achterlatend. Er is niet met zekerheid vast te stellen, of hier eene