en bericht nog over resullaten van de ophthalmo-reactie met Calmette 's tuberculine te Magelang door Dr. Hehewerth verkregen in een 9 tal gevallen. Bij een tweetal gezonden werd geen reactie, bij zes tuberculeusen na 24 tot 48 uur, bij één persoon met haemoptoe een lichte reactie gezien. De Voorzitter wijst nog op de gevaren, die aan de methode verbonden zijn, en geeft nu gelegenheid om een tweetal oogpatienten met atrophie van de chorioidea en sclerose der chorioidaalvaten te oogspiegelen.

De heer Koolemans Beijnen stelt daarop twee patienten voor: le een Chinees met een schijnbaar linkszijdige maar inderdaad rechtszijdige periphere facialisparalyse met contractuur van de spieren dier zijde. De afwijking zou van af 't 6e of 7e jaar bestaan.

2e een Europeaan, oud lueticus, die aan hoofdpijnen leed en plotseling een rechter-facialisparalyse had gekregen. Er bestond geen afwijking in 't middenoor. Men heeft te doen met een centralen haard. Vijf dagen na 't optreden van de rechter-facialisparalyse was ook de linker facialis paralytisch geworden, doch de laatste afwijking ging spoedig terug. De rechter zijde vertoont contractuur met meebewegingen, over de aetiologie waarvan spreker eenige beschouwingen geeft.

Gewone Vergadering op Donderdag 22 Ociober 1908.

De voorzitter deelt mede dat bij verder mikroskopisch onderzoek van 't oog, beschreven door Dr. Felix in de vergadering van 17 September, tuberkels zijn gevonden in den nervus opticus en in de scheede daarvan, waardoor de prognose van het geval ongunstiger wordt.

Hierna demonstreert Dr. Ouwehand een patiente, die eene uitgebreide ulceratie van de voorvlakte van den thorax vertoonde, welke aandoening eerst een paar maanden zou bestaan. Op den eersten blik den indruk makende van een carcinoma, worden tegen dit vermoeden aangevoerd de