Peijersche plaques en follikels zien van patiënten, gestorven gedurende de eerste week in het intoxicatiestadium; vervolgens de ulcera in plaques en follikels zoowel in dunne als dikke darm, waarvan er zijn, die 'tot perforatie aanleiding hebben gegeven; daarna progressieve zweervormingen in de dikke darmen, waarbij enorme ulcera met roode ondermijnde randen kunnen ontstaan, waaruit in een geval een doodelijke bloeding is opgetreden. Een praeperaat vertoont een uitgebreide dundarmtyphus, waarbij tevens een diffuse diphtheritische ontsteking bestaat, die over een gedeelte van den dunnen darm tot peritonitis heeft aanleiding gegeven. Een ander praeparaat vertoont een uitgebreid gangraen in aansluiting aan een colotyphus. De vraag naar den oorsprong van de zwelling en ontsteking der Peijersche plaques en follikels is in den laatsten tijd op den voorgrond getreden.

De septichaemie, die in het begin van ieder geval van typhus kan worden gevonden, heeft enkelen doen besluiten, dat de darmaandoening in haar geheel een secundair verschijnsel genoemd moet worden. Het is een feit, dat de uitgebreidheid der darmaandoening niet parallel loopt met den ernst der infectie, doch het folliculair apparaat van den darm is toch zeker de hoofdzitplaats van het ontstekings proces, want daar necrotiseert het folliculair apparaat en ook daar heeft het meest intensieve proces in de, in de afvoerbanen gelegen lymphklieren plaats. Bij ziekten, waarbij de folliculaire zwelling werkelijk secundair is aan eene intoxicatie van elders, zooals bij diphtherie, komt het nooit tot ulceratie in het folliculair apparaat van den darm. Spreker demonstreert ten slotte een dergelijke toxische zwelling in het folliculair apparaat' van het eind van den dunnen darm. Deze darm werd in het cadaver van een man, gestorven aan acute beri-beri, gevonden. De zwelling was zoo sterk, dat de gal en de milt op typhusbacillen werden onderzocht, doch te vergeefs. Daar ook in andere gevallen van beri-öeri, eene dergelijke zwelling werd gecon-