steun, dien Dr. Pol mij daarbij verleende, waarvoor ik hein bij deze mijn hartel ij ken dank betuig.

Ik stelde mij voor, in de allereerste plaats een persoonlijk inzicht te krijgen in de prophylactische en therapeutische waarde der katjang hidjoe, en in de tweede plaats, de werking van een afkooksel daarvan na te gaan. Mijnonderzoek zou dus naar het oorspronkelijke plan kunnen worden gesplitst in de volgende onderdeelen:

1. Werking der katjang hidjoe:

a. prophylactisch,

b. therapeutisch.

2. Werking van het decoct van katjang hidjoe:

a. prophylactisch,

b. therapeutisch.

De punten sub 1 a en b en sub 2b zijn naar mijne meening afdoende door mij onderzocht; hierover zal in het volgende uitvoerig worden bericht. De prophylactische waarde van het decoct is echter niet nagegaan kunnen worden, omdat een dergelijk onderzoek alleen beteeken-is zou kunnen krijgen door toepassing op een groot aantal personen, wat niet wel mogelijk was, omdat de bereiding van het decoct in het groot in het gesticht op bezwaren stuitte.

Gedurende het onderzoek werden op symptomatologisch gebied enkele merkwaardige feiten gevonden, waarover aan het eind van dit rapport het noodige zal worden medegedeeld.

DE PROEF MET KATJANG HIDJOE.

In den aanvang der proef werd aan de lijders, verpleegd in de paviljoens 2, 4, 6 en 8, te zamen 100 personen, per dag per persoon 200 gram gekookte katjang hidjoe verstrekt, waarvoor éénmaal rijst werd ingehouden. De lijders van de paviljoens 1, 3, 5, en 7 daarentegen, te zamen 104 man, behielden hun gewone voeding en kregen geen katjang hidjoe. Alle verpleegden waren mannelijke krankzinnigen, Inlanders of vreemde Oosterlingen. Éénmaal 's weeks ging