ik naar Buitenzorg om de patiënten te onderzoeken. Natuurlijk kon ik dan niet telkens alle 204 lijders nagaan. Het onderzoek werd daarom zoo geregeld, dat ik begon, met in den loop der eerste vier weken alle patiënten te onderzoeken; de lijders, die in de even genummerde paviljoens lagen, kregen direct katjang hidjoe, zoodra zij onderzocht waren. Daarna nam Dr. Pol van alle lijders één of twee dagen voor ik terugkwam pols en hartswerking in toestand van rust op, en onderzocht allen op bewegingsstoornissen en oedeem. Bij mijn komst vond ik al die waarnemingen opgeteekend; alle patiënten, die veranderingen vertoonden, werden dan door mij persoonlijk nagegaan enbovendien onderzocht ik wekelijks alle lijders van twee paviljoens. Op die wijze zag ik iedere week alle patiënten,

die iets bijzonders vertoonden en bovendien alle lijders ongeveer eenmaal 's maands meer volledig. Bij de decoctproef werden de patiënten vaker geheel onderzocht.

Wat het onderzoek zelf betreft, zoo werd dit verricht naar

het volgende schema.

Algemeen uiterlijk.

Pols in liggende houding.

Pols in staande houding.

Sterkte der hartswerking in rust.

Sterkte der hartswerking in staande houding.

Percussie van het hart in liggende houding.

Auscultatie idem.

Kniereflex.

Oedemen.

Hurken.

Opstaan.

Onderzoek der urine op albumen etc.

Wat het algemeen uiterlijk betreft, werd speciaal aandacht geschonken aan de gelaatsuitdrukking met het oog op het bekende typische uiterlijk van vele beri-berilijders.

Van den pols werd altijd de frequentie genoteerd en