Haan No. 3. Ziek met afgewerkte rijst.
13—12. Duidelijk paretisch, somnolent. Voortaan gabba en 7 g. k. i. 18—12. Loopt weer goed.
22—12. Schijnt geheel genezen. Gedood door verbloeding, serum als antilichaam.
Haan 21 a. Ziek door afgewerkte rijst.
22—12. heeft duidelijke paresen; door verbloeding dood. Organen voor extracten gebruikt 23-12.
23-12
A N T I S E R U M. Controle anti-
AN1IGEEN. geen (geen an-
1:10. 1:50. 1:100. 1:150. tiserum).
Serum 1:10 volledig volledig volledig volledig volledig 1:50
1:100 „ „ „ | „
1:150
Bloedkoek 1:10
1:50 „ „ „| „
1:100 1:150 Müt 1:10 1:50 1:100
1:150 „
Lever 1:10 „
1-50 "
" 1 '» » » »
1:100
w n tt
1:150
_ " n » n n
Zenuwen 1:10 1:50
1:100 „ „ „ | ' ,
0 » 1-150 Beenmerg 1:10 1:50 1:100
| „ 1:150
Serum herstelde kip met haemolytisch systeem: volledige haemolyse. Haemolytisch systeem alleen: volledige haemolyse.
Physiologische zoutoplossing alleen: Kleurloos bezonken.