voerd zijn van elders en met zekerheid zou dat geconstateerd zijn bij een Arabier en een Klingalees, die met zware beri-beri van Ampenan aankwamen, en bij een Madoerees, die zwaar ziek van Banjoewangi aangekomen, den dag na aankomst aan beri-beri overleed. In aansluiting hieraan zouden zich nu meerdere gevallen te Boeleleng voorgedaan hebben. Lepra komt veel hier voor. In Boeleleng 40, Djembrana 40 en in de gezamelijke leproserieën op Lombok 294 lijders. Onder de laatsten zijn 24 Baliërs. De fepralijders worden hier overal geïsoleerd; voor de voeding zorgt de familie. Pokken kwamen alleen in twee gevallen in Selong voor. Ook beri-beri kwam te Selong voor, terwijl herhaaldelijk talrijke gevallen van acute enteritis, meestal van goedaardigen aard, uit alle afdeelingen werden gerapporteerd.

Singaradja (Boeleleng). Bevolkingssterkte: 44 Europeanen, 118556 Inlanders, 1409 Chineezen en vreemde Oosterlingen. De regenval was 1301 m.M. in 132 regendagen. Juni, Juli, Augustus en September waren de regenarme maanden. De gezondheidstoestand was gunstig. Cholera kwam niet voor, mazelen en pokken sporadisch. Koortsen kwamen voornamelijk in Januari en Februari, b u i kzi e k ten voornamelijk in September, October en November voor. Oogziekten (w. o. weinig trachoom) kwamen het geheele jaar door vrij veel onder behandeling. In April kwamen vrij plotseling een aantal beri-be ri-gevallen hier voor. De ziekte zou hier in 12 jaar niet zijn waargenomen. In de kampongs werden 9 gevallen geconstateerd, waar later nog 10 bijkwamen. Hiervan stierven 4 lijders. In Juni daaraanvolgend trad beri-beri op in 7 gevallen onder de preventief gevangenen in de gevangenis. Hiervan verliep geen enkel geval lethaal. In Augustus kwamen er geen gevallen meer bij en in November was de ziekte geweken. De snelle verbetering en het gunstig verloop der ziekte onder de gevangenen wordt toegeschreven aan de behandeling: isoleering, desinfectie, veel wandelen en toediening aan alle gevangenen van 100 gr.