flinke collega's zou- opnemen. De materieele voorwaarden, die het Leger aanbiedt, zijn in den laatsten tijd zoodanig verbeterd, dat zij het in elk geval ruimschoots winnen van de inkomsten, die bij een werkkring onder de inlandsche bevolking kunnen verwacht worden. Moet men zich dan niet afvragen: „Wat de reden kan zijn van zoo onbegrijpelijk handelen?" En is het antwoord niet gerechtvaardigd: „Zij vreezen niet bestand te zijn tegen de vermoeienissen van den militairen dienst. Maar dan zijn zij evenmin of nog minder bestand tegen de vermoeienissen in de dessa.

Met de uitzending dan van de artsen, voor wie men in Holland geen goede plaatsing weet, denkt men aan de groote massa der bewoners van de Nederlandsch-Indische Koloniën, juister gezegd „Java", de geneeskundige hulp te verschaffen, die zij tot dusver moeten ontberen. Tevoren moet er natuurlijk een onderzoek plaats hebben, dat bestuurd zal worden door „Nederlandsche geneeskundigen, die jarenlang in de Koloniën zijn geweest" en dat verricht zal worden door „verschillende geneeskundigen in de Koloniën", die daartoe „door het hoofdbestuur worden uitgenoodigd." (pag. 597).

Laten wij zien wat van dit onderzoek te verwachten valt:

De „verschillende geneeskundigen in de Koloniën" zullen kunnen mededeelen:

o. wat zij zelf ervaren hebben;

b. wat zij door mededeelingen van anderen vernomen hebben of vernemen.

Zij kunnen die mededeelingen niet controleeren, want zij mogen geen reizen doen voor rekening van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst; zij kunnen ook geen studie maken van den inhoud van archieven, daar hun die natuurlijk niet kunnen worden toegezonden. Nog minder kunnen zij zich persoonlijk naar die oorden begeven, waaromtrent hun onderzoek loopt, namelijk naar oorden, waar geen Europeesche geneeskundigen gevestigd